This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Instaptoets - week 5
Slide 1 - Slide
Aanwijzend voornaamwoord
* ce: mannelijk enkelvoud, medeklinker bv. ce bureau - dat bureau
* cet: mannelijk enkelvoud, klinker bv. cet ami - die vriend
* cette: vrouwelijk enkelvoud, medeklinker & klinker bv. cette table - die tafel
* ces: meervoud, medeklinker & klinker bv. ces élèves - die leerlingen
! Ce poster-ci est plus joli que ce poster-là.
Slide 2 - Slide
Il aime ... livre.
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces
Slide 3 - Quiz
Tu peux fermer ... portes?
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces
Slide 4 - Quiz
J'habite dans ... appartement.
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces
Slide 5 - Quiz
Ontkenning
* ne ... pas = niet / geen bv. Je n'ai pas de portable.
* ne ... plus = niet meer bv. Tu ne vas plus.
* ne ... jamais = nooit bv. Il n'est jamais dans la classe.
* ne... personne = niemand bv. Je ne vois personne.
* personne ne ... = niemand bv. Personne n'est là.
! 'personne' staat altijd achter het voltooid deelwoord. bv. Il n'a vu personne. = Hij heeft niemand gezien.
Slide 6 - Slide
Antwoord ontkennend en begin met 'non': Tu manges la pomme? (niet)
Slide 7 - Open question
Antwoord ontkennend: Tu lis le livre? (niet meer)
Slide 8 - Open question
Antwoord ontkennend: Ton chat est là? (nooit)
Slide 9 - Open question
Les chiffres
* cardinaux = hoofdtelwoorden bv. 1, 10, 53, 88
* ordinaux = rangtelwoorden bv. 1e, 10e, 53e, 88e -> 2e = deuxième ! 1e = premier; première ! 9e = neuvième -> 6e = sixième ! 4e = quatrième ! 11e = onzième
-> 10e = dixième ! 5e = cinquième !14e = quatorzième