This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Lesopzet
K: Presentatie 3.5.
Z: 3.5 maken (tm vraag 6)
Z: Klaar? Nakijken, de antwoorden staan in teams.
Slide 1 - Slide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Slide
Vorige keer...
Je weet hoe een middeleeuwse standensamenleving werkte.
Slide 3 - Slide
Standensamenleving
Er waren 3 sociale groepen:
1. geestelijken
2. adel
3. boeren / werkers (Rest van de bevolking)
Slide 4 - Slide
Privileges
De geestelijken en adel hadden privileges (speciale rechten).
De 3e stand had juist veel plichten.
Slide 5 - Slide
De drie standen
Slide 6 - Slide
1. De geestelijken
Taken 1e stand:
Bidden zodat je in de hemel kwam.
Zij konden iedereen van zonden verlossen.
3e stand:
Gelovigen betaalden geld aan de Kerk en Kloosters.
Slide 7 - Slide
2. De adel
Taken 2e stand:
Beschermen alle inwoners.
Besturen het land
Erfelijk
3e stand:
Vaak aan het werk op het land van de adel en belasting betalen.
Slide 8 - Slide
3. De 'boeren'
Taken 3e stand:
Werken voor de 1e en 2e stand.
Belastingen betalen
Slide 9 - Slide
Drie standen
want zo had God het bedoeld.
Slide 10 - Slide
Deze keer...
Aan het eind van deze les:
- weet je hoe de Islam is ontstaan.
- weet je volgens welke regels de moslims leven.
Slide 11 - Slide
Veel goden of één god?
In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen
Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.
Slide 12 - Slide
Een visioen
Mohammed was een handelaar uit Mekka.
In een droom, een visoen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren.
De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit
Slide 13 - Slide
Van Mekka naar Medina
622
Mohammed vlucht naar Medina
Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers.
Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.
Slide 14 - Slide
Terug naar Mekka
630
Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
Er werd gevochten en Mohammed won.
Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim.
Mohammed beval dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Leren van elkaar
Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis.
Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.
Slide 17 - Slide
Wat zie je hier?
Slide 18 - Slide
De islam
Islam betekent: 'onderwerping'
Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard.
Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht