Les 214 - Atoommassa en Molecuulmassa

B-PW7 Les 214
Atoommassa en Molecuulmassa
Het oplossen van vergelijkingen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ProcestechniekMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B-PW7 Les 214
Atoommassa en Molecuulmassa
Het oplossen van vergelijkingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van deze les kun je:
aangeven dat atomen bestaan uit protonen, neutronen en elektronen
de begrippen atoomnummer en massagetal uitleggen
aangeven wat isotopen zijn
het begrip atomaire massa-eenheid (u) uitleggen
de gemiddelde atoommassa van verschillende isotopen bepalen.
het begrip molecuulmassa uitleggen
de molecuulmassa van stoffen berekenen
uitleggen dat de massa van de beginstoffen gelijk is aan de massa van eindstoffen bij een reactie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

timer
1:00
Hoe noemen we het kleinste deeltje van een stof die nog de dezelfde eigenschappen van de stof heeft?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

timer
1:00
Waar zijn moleculen uit opgebouwd?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

timer
1:00
Waar is een atoom uit opgebouwd?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Een atoom is opgebouwd uit Protonen, Neutronen en Elektronen.
Match de naam aan het juiste deeltje.
Protonen
Neutronen
Elektronen

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Vul de onderstaande tabel in:
P
Li
U
Koolstof
Lithium
Aluminium
15
6
Fe
26
30
3
3
13
13
146

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Zoek het massagetal van Chloor op. Wat valt je op? Verklaar je antwoord.

Slide 11 - Open question

Chloor (Cl) heeft een massagetal van 35,5. Dit is gek omdat een massagetal van 35,5 zou betekenen dat chloor:
- 17 protonen
- 17 elektronen
- 35,5 - 17 = 18,5 neutronen

0,5 neutronen bestaan niet! Dit komt door isotopie. Zie volgende dia

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Koolstof (C) heeft 3 isotopen, namelijk: C12, C13 en C14.
98,89% van de isotopen is C12, 1,11% van de isotopen is C13 en het aantal isotopen C14 is verwaarloosbaar klein.

Bereken het gewogen gemiddelde massagetal van Koolstof.

Slide 13 - Open question

Gewogen gemiddelde Massagetal Koolstof = ((12 * 98,89) + (13 * 1,11)) : 100 = 12,0111

C14 is verwaarloosbaar klein, dus die laten we weg uit deze berekening.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bereken de molecuulmassa van de volgende stoffen:

a) H2O2 (waterstofperoxide)
b) CO2 (koolstofdioxide)
c) C6H1206 (glucose)

Slide 16 - Open question

a) (2 x 1u) + (2 x 16u) = 34 u
b) (1 x 12u) + (2 x 16u) = 44 u
c) (6 x 12u) + (12 x 1u) + (6 x 16u) = 180 u 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Geven is de volgende reactievergelijking:
... Fe2O3 (s) + ... C (s) -> ... Fe (l) + ... CO2 (g)

Maak deze reactievergelijking kloppen en laat zien dat de Wet van Behoud van Massa hier van toepassing is.

Slide 18 - Open question

Kloppende reactievergelijking is:
2 Fe2O3 (s) + 3C (s) -> 4 Fe (l) + 3 CO2 (g)

Atoommassa's voor de reactie:
- 2 Fe2O3 = (4 x 56u) + (3 x 16u) = 320 u
- 3 C= (3 x 12u) = 36
Dus totale atoommassa is: 320 + 36 = 356u

Atoommassa's na de reactie
- 4 Fe = (2 x 56u) = 224 u
- 3 CO2 = (3 x 12u) + (6 x 16) = 356 u 
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Maak de oefenvragen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions