3.1 les 2

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 3.1

Zintuigen en prikkels

Wat gaan we doen?

1. Presentie
2. Leerdoelen p.1 
3. Quiz leerdoelen paragraaf 1
4. Werken: extra uitleg p1 of je start met p2
5. lesafsluiting

Leerdoelen 

1. Je kunt de zintuigen in je lichaam benoemen en noemen welke prikkel ieder zintuig opvangt.
2. Je kunt uitleggen hoe je lichaam op prikkels reageert. 
3. Je kunt uitleggen hoe berichten van zintuigen en hersenen door je lichaam gaan. 

Hoe reageert je lichaam op prikkels? 

Je kan in stappen uitleggen wat er gebeurt van het moment dat een prikkel binnenkomt bij jouw lichaam, tot het moment dat je het waarneemt.

0

Oren, ogen, neus, mond, huid en tong zijn

1. Waarnemingen
2. prikkels
3. zintuigen
4. zenuwen

Quiz 3.1

Maak de quiz om te kijken wat je al wel en niet snapt

Je neemt prikkels uit je omgeving waar door middel van je...

1. zenuwstelsel
2. hersenen
3. zintuigen
4. ogen, oren, neus, mond en huid

Voor welke twee prikkels heeft een mens geen zintuigen?

1. Aanraking en geluid
2. Koude en warmte.
3. Licht en smaak.
4. Magnetisme en waterstroming

Welk(e) van deze functies hoort (horen) bij het zenuwstelsel?

1. het waarnemen van prikkels;
2. het verwerken van seintjes, afkomstig van zintuigen.

1. Alleen functie 1
2. Alleen functie 2
3. Functie 1 en 2

Zintuigen vangen prikkels op en maken impulsen deze worden daarna

1. Via zenuwen naar de hersenen verstuurd
2. Direct naar de hersenen verstuurd

Prikkels komen binnen via?

1. zintuigen
2. Het prikkelorgaan
3. alleen via de ogen en neus

Welke stelsels zie je?

1. bloedvatenstelsel zenuwstelsel
2. bottenstelsel zenuwstelsel
3. verteringsstelsel spierstelsel
4. je ziet alleen organen

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen

1. Goed
2. Fout

Waaruit bestaat het zenuwstelsel?

1. Centrale zenuwstelsel en ruggenmerg
2. Centrale zenuwstelsel en zenuwen
3. Zenuwen en ruggenmerg
4. Hersenen en ruggenmerg

Het ruggemerg hoort bij

1. Spierstelsel
2. Zenuwstelsel

Hoe noemen we het rode gedeelte in het zenuwstelsel?

1. Het zenuwstelsel
2. De zenuwen
3. Het centrale zenuwstelsel
4. Het hersenstelsel

Als je verkouden bent en je eet een loempia dan smaakt dat anders dan je gewend bent. Hoe komt dat?

1. Als je verkouden bent worden andere zintuigen in je tong geprikkeld dan wanneer je niet verkouden bent.
2. De hersenen krijgen nu alleen maar impulsen van de smaakzintuigen en niet van het reukzintuig.
3. Het reukorgaan is gevoeliger voor prikkels door de verkoudheid en stuurt meer impulsen naar de hersenen.

Maaike is niet bij bewustzijn. Ze heeft een ernstig brommerongeluk gehad en is in coma geraakt. Daardoor reageert ze niet als er in haar hand geknepen wordt, of tegen haar gepraat wordt.
Is er iets mis met de zintuigen van Maaike?

1. Ja haar zintuigen maken geen impulsen
2. Ja haar zintuigen nemen prikkels niet waar
3. Nee maar de impulsen worden niet verwerkt in haar hersenen
4. Nee maar haar hersenen sturen geen impulsen naar haar zintuigen

Hoe reageert jouw lichaam op een prikkel? Zet de zinnen in de juiste volgorde.

1

2

3

4

5

De lichtzintuigen in je ogen zetten de lichtprikkels om in impulsen.

De impulsen gaan via een zenuw naar de hersenen.

Je wordt je bewust van de prikkel: je ziet het berichtje.

De hersenen sturen impulsen naar de spieren.

Als reactie op de prikkel 'er is een berichtje' pak je je mobieltje.

Hoe ging het?

1. Goed. Zoals ik had gedacht.
2. Goed. Niet zoals ik had gedacht.
3. Niet zo goed. Minder goed dan ik had verwacht
4. Niet zo goed Maar beter dan ik had verwacht.

Leerdoelen 

1. Je kunt de zintuigen in je lichaam benoemen en noemen welke prikkel ieder zintuig opvangt.
2. Je kunt uitleggen hoe je lichaam op prikkels reageert. 
3. Je kunt uitleggen hoe berichten van zintuigen en hersenen door je lichaam gaan. 

De woorden die je moet kennen. 
Je moet hiervan zelf de betekenis op kunnen schrijven

• prikkels
• zintuigen 
• gehoorzintuig
• lichtzintuig
• reukzintuig
• smaakzintuigen
• warmtezintuigen
• tastzintuigen
• koudezintuigen
• pijnzintuigen
• reageren
• berichten
• zenuwen 
• hersenen
• bewust
• ruggenmerg
• zenuwstelsel

stappen voor leren begrippen

1. Pak je schrift
2. Schrijf alleen het woord op dat je op dat moment op zoekt. 
3. Kijk op blz. 168 van je boek voor de begrippenlijst van hoofdstuk 3. Daar vind je de woorden op alfabetische volgorde.
   
4. lees de betekenis van het woord een paar keer goed door. 
5. klap je boek dicht, en schrijf de betekenis in jouw eigen woorden op. 
6. controleer of je de betekenis goed hebt opgeschreven. 
7. ga door met het volgende woord. 

Zorg dat dus je de betekenis begrijpt, niet alleen overschrijft!

Snap je een woord niet? Vraag hulp aan een klasgenoot, of aan mijl.

Wat ga je doen?

Vond je de quizvragen moeilijk?

- Kijk dan nog eens de video van biologie met Joost over zenuwen en zintuigen. (Peppels mediatheek) 

- Stel vragen aan mij via teams 

Had je (bijna) alles goed? Dan mag je beginnen met het maken van de begrippenlijst van paragraaf 1.