Opdracht 6
Bekijk bron 2, omslagen van vier boeken.
a Aan de omslag van een boek kun je vaak al zien of een boek realistisch is.
Welke van de afgebeelde boeken zijn zeker niet-realistisch?
Blues voor Sirius en Het groene gen
b Bij welke omslag twijfel je of het realistisch is?
Bedreigd
Opdracht 7
Lees tekst 3, een fragment uit Match op bladzijde 12 en 13, en beantwoord daarna de vragen.
a Waarom is voetbal zo belangrijk voor Jim, de ik-persoon in tekst 3? Noteer een zin waaruit dit volgens jou het beste blijkt. Er zijn meer antwoorden mogelijk.
Mogelijke antwoorden:
- ‘Voetbal is zo’n beetje het enige waar ik echt van geniet,’ zei ik.
- ‘Zo bedoel ik het niet maar pas als ik mijn voetbalschoenen aanheb, pas als ik het veld op stap, ben ik op mijn plek.’
- ‘Het klinkt misschien overdreven, maar simpel gezegd komt het hier op neer:
Een dag goed gespeeld is een goede dag.
Een dag slecht gespeeld is een slechte dag.
En een dag niet gevoetbald … weet ik veel … ik kan het me niet voorstellen.’
b Lola denkt anders over professioneel voetballen dan Jim. Hoe denkt zij erover?
Ze vraagt zich af of voetballen leuk blijft als het een verplichting wordt. Daarnaast lijkt het haar ook leuker om meer tijd te hebben voor ontspanning, tijd die je zelf kunt indelen.
c Lola noemt zichzelf lomp, nadat ze de vraag heeft gesteld over Jims zusje. Vind jij haar vraag lomp, of niet? Leg je antwoord uit.
Eigen antwoord.
d Wat kom je over Lola te weten? Welke karaktereigenschappen worden beschreven? Wat kan ze wel of niet goed?
Over Lola kom je te weten dat ze met Jim gesproken heeft in een berging en dat ze elkaar daarna beter hebben leren kennen. Ze stelt kritische vragen, neemt geen genoegen met halve antwoorden en is geduldig. Ze kan niet zo goed voetballen.