A2. Transport door de celwand (opg.2-5)

A2. Transport door de celwand
Eerst de opgaven 2-5 van A1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

A2. Transport door de celwand
Eerst de opgaven 2-5 van A1

Slide 1 - Slide

Vloeistofstroom
Debiet Q = ΔV / Δt
Weerstand R = Δp / Q

O.b.v. materiaaleigenschap:
R = 8 . η . L / (π . r4)
met η = viscositeit
Pas op: dezelfde letters met andere betekenis
Elektrische stroom
Stroom I = Q / t
Weerstand R = U / I

O.b.v. materiaaleigenschap:
R = ρ . L / A
met ρ = soortelijke weerstand

Slide 2 - Slide

Statische druk
Het gewicht van de vloeistof zorgt voor (extra) druk:
p = Δh . g . ρ . Dit geldt algemeen voor iedere vloeistof en is een statisch effect, geen stromingseffect.

Als eenheid:  BINAS 5: mmHg = 133 Pa (onafh. dichtheid Hg)
Ik kan dus bloeddruk uitdrukken in kwikdruk. Gek zeg.
Onze luchtdruk is ongeveer 760 mmHg = 1 atm = 1e5 Pa.

Slide 3 - Slide

Bloeddruk van hart tot hart

Slide 4 - Slide

De druk in het bloedvat bij een wond is 60 mmHg, de luchtdruk is 760 mmHg, waarom loopt er toch bloed uit de open wond?
timer
1:00

Slide 5 - Open question

Wat is de SI-eenheid van druk en hoe reken je mmHg daarnaar om?
timer
1:00

Slide 6 - Open question

Opgave 2a
mbv Conversiefactor eenheid:
p = 120 . 133 = 1,60e4 Pa



Afgesproken standaard-conversie (BINAS Tabel 5)
2a
mbv Statische druk:
p = Δh . ρ . g
p = 120e-3 . 13,5e3 . 9,81
p = 1,59e4 Pa

Afhankelijk van temperatuur kwik en plaats op aarde.

Slide 7 - Slide

2b. Boeddrukmeting: Waarom hoor je niets als de druk in de manchet groter is dan de systolische druk?
timer
1:00

Slide 8 - Open question

2b. Boeddrukmeting: Waarom hoor je niets als de druk in de manchet onder de diastolische druk is?
timer
1:00

Slide 9 - Open question

Opgave 2c,d,e
  • c) Aflezen 15 T = 20,0 - 2,0 = 18,0 s
  •      f = 1 / T = 15 / 18,0 = 0,833 Hz = 0,833 . 60  = 50 min-1
  • d) Systolisch (max) p = 130 . 133 = 1,73e4 Pa
  •      Diastolisch (min) p = 80 . 133 = 1,1e4 Pa
  • e) BINAS 84E2 voor 17 jaar:
  •      Systolisch: (net) buiten de standaardafwijking
  •     Diastolisch: binnen de standaardafwijking

Slide 10 - Slide

BINAS 84E2 voor 17 jaar

Slide 11 - Slide

Je leest 15 T af voor maximale nauwkeurigheid, maar worden er punten afgetrokken als je bijvoorbeeld 3 T afleest?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Opgave 2f,g
  • f) De extra druk door het gewicht van het bloed neemt naar boven toe af, dus de gemeten druk is te laag.
  • g) Schat het hoogteverschil op Δh = 0,35 m
  • p = Δh . ρ . g
  • p = 0,35 . 1,03e3 . 9,81 = 3,54e3 Pa
  • p = 3,54e3 / 133 = 27 mmHg
  • Let op: de dichtheid van bloed (BINAS 84D3)

Slide 13 - Slide

Opgave 3a
  • Werk heel voorzichtig die vervelende eenheid L/min weg:
  • 5,5 L/min = 5,5e-3 m3/min = 5,5e-3/60 m3/s = 9,17e-5 m3/s
  • En daar is hij dan, de magische formule:
  • Q = A . v  met dwarsdoorsnede A = π/4 . d2
  • 9,17e-5 = π/4 . d2 . 0,20
  • d = 2,4e-2 m = 2,4 cm

Slide 14 - Slide

Opgave 3b
In een kleine tijd t stroomt er het rode volume V (of ΔV).
  • Stroomsnelheid v = d / t
  • Volume ΔV = A . d 
Dus ΔV = A . v . t
Hiermee wordt ΔV vervangen door een uitdrukking met v.
En dwarsdoorsnede A = π . r2

Slide 15 - Slide

Opgave 3c,d
  • c) Kijk zelf na, alle waarden invullen in de gegeven formule
  • d) We zien aan de formule voor stromingsweerstand dat de weerstand toeneemt met toenemende viscositeit.
  • Voor dezelfde stroom bloed moet het hart een groter drukverschil maken, 'harder werken'.
  • Dat is logisch: Je moet harder duwen om stroop door een slang te persen dan water.

Slide 16 - Slide

Opgave 4 (net als 2g)
p = Δh . ρ . g
p = 2,5 . 1,03e3 . 9,81 = 2,526e4 Pa
p = 2,526e4 / 133 = 188 mmHg
Let op: de dichtheid van bloed (BINAS 84D3)

Slide 17 - Slide

5. Snelheidsmeting met Doppler effect

Slide 18 - Slide

Opgave 5a
Correcties:
  • Formule: cos in teller, niet in de noemer
  • Thuid = 37 C niet 40 C.
Geluidssnelheid in de huid v = 1,73e3 m/s (BINAS 15A, T=310 K)
Alles invullen geeft vb = 0,56 m/s (zie uitwerkingen in de classroom)

Slide 19 - Slide

Opgave 5b
De magische formule Q = A . v = constant
"Wat er in stroom moet er ook weer uit."
A1 . v1 = A2 . v2       (met 1 = normaal en 2 = vernauwing)
Dwarsdoorsnede A =  π/4 . d2
d12 . v1 = d22 . v2
(70e-6)2 . 0,56 = d22 . 1,5
d2 = 4,3e-5 m = 43e-6 m = 43 μm

Slide 20 - Slide

A2. Transport door de celwand
Wet van Fick over diffusiesnelheid (algemene natuurkunde)
Wet van Nernst over evenwichtsspanning (elektrochemie)

Slide 21 - Slide

Semi permeabel: alleen Kalium+ kan er door

Slide 22 - Slide

Links is negatief geworden,
ook al is er meer Kalium+ dan rechts

Slide 23 - Slide

Diffusie kracht
Binnen is meer K+ dan buiten
K+ diffusie naar buiten




Wet van Fick over (alleen) diffusiesnelheid
Elektrische kracht
Als K+ naar buiten stroomt ontstaat er binnen een negatieve spanning t.o.v. buiten die K+ naar binnen trekt.

Er ontstaat evenwicht:
Vergelijking van Nernst over evenwichtsspanning

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Huiswerk
Maak opgaven 6-9

Slide 26 - Slide