GMK VP P3.4 - Hart en vaatziekten + Diabetes

1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeneesmiddelkennisMBOStudiejaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is/zijn behandeldoel(en) bij HVZ?
A
Causaal
B
Symptomatisch
C
Profylactisch
D
Palliatief

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Wat is waar over statines?
A
Hoofdpijn kan wijzen op een ernstige bijwerking
B
Je mag hierbij alles eten en drinken
C
Geef simvastatine en pravastatine 's avonds
D
Verlagen de bloeddruk

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Bloeddrukverlagers worden alleen gebruikt bij een hoge bloeddruk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is waar over diuretica?
A
Een voorbeeld is enalapril
B
Bijwerking is bradycardie
C
Voor het slapen gaan innemen
D
Tijdens hitte grotere kans op uitdroging

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Een patiënt heeft een droge hoest. Door welk middel kan dit komen?
A
Acetylsalicylzuur
B
Atorvastatine
C
Furosemide
D
Perindopril

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat is een veel voorkomende bijwerking van amlodipine?
A
Blozen
B
Dikke enkels
C
Last van maagzuur
D
Alle drie

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Bij welke bloedverdunner is vaak een maagbeschermer nodig?
A
Acetylsalicylzuur
B
Acenocoumarol
C
Rivaroxaban (Xarelto)
D
Alle drie

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Wat klopt over acenocoumarol?
A
Vitamine K kan effect verminderen
B
Geef om 18:00u
C
Mag niet samen met miconazol creme samen
D
Alle drie

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Een patiënt krijgt rivaroxaban altijd om 10:00u en 22u. Je komt er om 17:00u dat ze haar laatste gift niet heeft gehad. Wat doe je?
A
Zo snel mogelijk alsnog geven
B
Gift overslaan
C
Twee tabletten om 22:00u
D
Anders

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Link

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Als iemand diabetes heeft en alleen tabletten gebruikt. Hoe vaak moet dan de glucose gemeten worden?
A
Niet, tenzij de arts dat aangeeft
B
1x per dag
C
2x per dag
D
4x per dag

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide