Optellen en Aftrekken met Gehele Getallen

1 / 24
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, potlood, gum 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
      Leerdoelen
  1. Ik kan het recept voor het optellen van gehele getallen nauwkeurig opschrijven (T1). 
  2. Ik kan het recept voor het aftrekken van gehele getallen nauwkeurig opschrijven (T1). 
  3. Ik kan het recept voor optellen met gehele getallen correct toepassen (T1).
  4. Ik kan het recept voor aftrekken met gehele getallen correct toepassen (T1).

Slide 3 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Ik heb.... 
wie heeft?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

3
e)
Opgave 3e) 65981 + 4589 =
Geef hier aan wat de huiswerkopgaven zijn voor differentiatie 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

6
5
9
8
1
4
5
8
9
_____________
+
3
e)
Opgave 3e) 65981 + 4589 =
Geef hier aan wat de huiswerkopgaven zijn voor differentiatie 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

6
5
9
8
1
4
5
8
9
_____________
+
0
3
e)
Opgave 3e) 65981 + 4589 =
Geef hier aan wat de huiswerkopgaven zijn voor differentiatie 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

6
5
9
8
1
4
5
8
9
_____________
+
0
3
e)
Opgave 3e) 65981 + 4589 =
Geef hier aan wat de huiswerkopgaven zijn voor differentiatie 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

6
5
9
8
1
4
5
8
9
_____________
+
7
0
3
e)
Opgave 3e) 65981 + 4589 =
Geef hier aan wat de huiswerkopgaven zijn voor differentiatie 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

6
5
9
8
1
4
5
8
9
_____________
+
7
0
3
e)
Opgave 3e) 65981 + 4589 =
Geef hier aan wat de huiswerkopgaven zijn voor differentiatie 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

6
5
9
8
1
4
5
8
9
_____________
+
7
0
5
3
e)
Opgave 3e) 65981 + 4589 =
Geef hier aan wat de huiswerkopgaven zijn voor differentiatie 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

6
5
9
8
1
4
5
8
9
_____________
+
7
0
5
3
e)
Opgave 3e) 65981 + 4589 =
Geef hier aan wat de huiswerkopgaven zijn voor differentiatie 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

6
5
9
8
1
4
5
8
9
_____________
+
7
0
5
0
3
e)
Opgave 3e) 65981 + 4589 =
Geef hier aan wat de huiswerkopgaven zijn voor differentiatie 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

6
5
9
8
1
4
5
8
9
_____________
+
7
0
5
0
3
e)
Opgave 3e) 65981 + 4589 =
Geef hier aan wat de huiswerkopgaven zijn voor differentiatie 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

6
5
9
8
1
4
5
8
9
_____________
+
7
0
5
0
7
3
e)
Opgave 3e) 65981 + 4589 =
Geef hier aan wat de huiswerkopgaven zijn voor differentiatie 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opgave 1
De groenteboer had op zaterdag een dagomzet van € 3342,-. Op maandag is de dagomzet € 2575,-. Hoeveel euro verschillen de dagomzetten van elkaar?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opgave 2
De tegelhandelaar heeft 8500 stenen op voorraad. Bij de eerste klant bezorgt hij 1589 stenen, vervolgens nog bij een klant 2473 stenen en de rest blijft nog op voorraad. Hoeveel stenen zijn dat?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opgave 3
De leverancier mag tot nu toe al 99500 schoolboeken leveren aan scholen. Wanneer hij bijna klaar is, komt er nog een bestelling van 750 boeken. De leverancier beweert dat hij 910250 boeken heeft geleverd. Klopt dat?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
a) 12,4 + 29 
b) 43,45 - 9,68
c) 102,3 + 9,805
d) 26,3 - 12,76
e) 5,14 + 32 + 7,823 =

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maken
a) Floris ziet een getallenlijn die begint met 1375 en eindigt met 1725. Er staat een pijl precies in het midden van de getallenlijn. Welk getal hoort bij de pijl?
b) Annemijn koopt op de markt een lap stof van 1,5 meter en een lapje stof van 0,85 meter. Hoeveel meter stof heeft Annemijn gekocht?
c) De aannemer had de afgelopen maand een totale omzet van € 8000,-. Hij stuurde facturen van € 1250,-, € 750,- en € 1500,-. Hoeveel euro was de vierde factuur?
d) Evi gaat met haar ouders op familiebezoek. De totale reis is 142 km. Na 38,33 km drinken ze koffie bij haar tante. Wanneer ze nog 17,56 km rijden, komen ze bij opa en oma aan. Hoeveel km moeten ze daarna nog rijden naar huis?
e) In de koelcel stond nog 197,0 kilo appels. 39,6 kilo en 14,7 kilo worden aan klanten verkocht. Hoeveel kilo appels staan er dan nog in de koelcel?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Welk leerdoel heb jij behaald vandaag?
   Duim omhoog = ik kan het!
   Duim omlaag = ik vind het nog moelijk.

Slide 22 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Tempo toets

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions