This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Taal "Eigennaam"
Slide 1 - Slide
Hoe heet ik?
Slide 2 - Mind map
Taal "Eigennaam"
lesdoel: Na de les weten jullie wat een 'eigennaam' is en kunnen jullie eigennamen met een hoofdletter schrijven.
Slide 3 - Slide
Sara loopt naar school.
Mike voetbal iedere dag op het voetbalveld met Lisa.
Slide 4 - Slide
Noem 2 voorbeelden van een eigennaam.
Slide 5 - Open question
Wat is een eigennaam?
A
Een eigennaam is een naam die uniek is voor een specifiek persoon, plaats of ding.
B
Een eigennaam is een soort bijvoeglijk naamwoord.
C
Een eigennaam is een naam die gebruikt wordt voor algemene objecten.
D
Een eigennaam is een naam die alleen gegeven wordt aan honden.
Slide 6 - Quiz
Welke van deze woorden is een eigennaam? (Meerdere antwoorden zijn goed)
A
Chantal
B
Slaapkamer
C
Hond
D
Johannes de boot
Slide 7 - Quiz
Opdrachten
Jullie maken opdracht de opdrachten op de volgende dia's.
Als je helemaal klaar bent ga je lezen.
Slide 8 - Slide
Schrijf de woorden goed op. Alleen een eigennaam schrijf je met een hoofdletter! DOE HET ZO: 1 = Karel 2 = ......
Slide 9 - Open question
Wel of geen hoofdletter? Schrijf de goede woorden op, let op gebruik capslock om een hoofdletter aan te geven.
1. De keukenmeid / Keukenmeid heet griet / Griet.
doe het zo: 1. keukenmeid, Griet
2. Bette / bette neemt de munten / Munten in haar ontvangst.
3. Naast de vrouw / Vrouw zit haar hond Boris / boris.
4. De man / Man roept: mooie appels bij jansen / Jansen!
Slide 10 - Open question
Bedenk zelf bij elke letter van het alfabet een naam. Het mag ook de naam van een dier of van je school zijn. Zet een streepje als je bij een letter geen naam weet. Denk aan de hoofdletters.
Doe het zo:
A = Annaschool
Slide 11 - Open question
Taal "Eigennaam"
lesdoel: Na de les weten jullie wat een 'eigennaam' is en kunnen jullie eigennamen met een hoofdletter schrijven.