This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
HERHALING
Hoofdstuk 7
Water in Nederland
Slide 1 - Slide
Het naar de bodem zakken van klei en slib noem je...
A
erosie
B
verwering
C
verslibbing
D
sedimentatie
Slide 2 - Quiz
A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarde
D
Kribben
Slide 3 - Quiz
A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarde
D
Kribben
Slide 4 - Quiz
A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarden
D
Kribben
Slide 5 - Quiz
Wat voor soort polder is dit?
A
Zeepolder
B
Droogmakerij
C
Veenpolder
D
Buitenlandse polder
Slide 6 - Quiz
Wat doet een gemaal?
A
Water malen
B
Water omhoog pompen
C
Water de polder in pompen
D
Water uit malen
Slide 7 - Quiz
Een droogmakerij is een…
A
machine waarmee een polder wordt droog gepompt.
B
polder die nog niet af is.
C
polder waar de natuur de waterstand regelt.
D
droog gepompt meer.
Slide 8 - Quiz
Zeepolder
Veenpolder
Droogmakerij
Ontstaan door ontwateren en inklinken grond
Land uit zee gehaald
Land ontstaan door sedimentatie van zee
Slide 9 - Drag question
timer
0:30
zeepolder
veenpolder
droogmakerij
het is de bekendste polder. het zijn meren of stukken zee die droog staan.
ze liggen in het westen van Nederland en zijn ontstaan doordat boeren de moerassen geschikt maakte voor de landbouw
Door sedimentatie van zand en klei wordt het land voor de kust in de Waddenzee en Zeeland steeds hoger, waarna het wordt omdijkt. Ligt ongeveer op zeeniveau
Slide 10 - Drag question
Zeepolder
Veenpolder
Droogmakerij
Ontstaan door ontwateren en inklinken grond
Land uit zee gehaald
Land ontstaan door sedimentatie van zee
Rond zeeniveau of net iets hoger
Tussen 0 en 2m beneden zeeninveau
Lager dan 2m
Slide 11 - Drag question
Wat voor soort irrigatie zie je hier?
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
Slide 12 - Quiz
Wat geeft de pijl aan op de foto
A
modderpoel
B
spaak
C
as
D
wiel
Slide 13 - Quiz
zandlandschap
veenlandschap
rivierlandschap
Slide 14 - Drag question
hoog NL
laag NL
zeekleilandschap
rivierkleilandschap
zandlandschap
Slide 15 - Drag question
Welke letter geeft de komgrond aan?
A
Letter A
B
Letter B
Slide 16 - Quiz
Oeverwal
Komgrond
Dijk
Slide 17 - Drag question
Wat vinden we tussen de zomerdijken en de winterdijken?
A
Wielen
B
Uiterwaarden
C
Afwatering
D
Herfst en lentedijkjes
Slide 18 - Quiz
Noem de drie soorten polders
Slide 19 - Open question
Hoe noem je het water van de douche, wasmachine en de keuken?
A
zwart water
B
grijs water
C
groen water
D
wit water
Slide 20 - Quiz
Wat is thermische vervuiling?
A
Thermometers weggooien
B
Het opwarmen van de aarde door broeikasgassen
C
Het lozen van te warm afvalwater
D
Het lozen van vervuild afvalwater
Slide 21 - Quiz
Bekijk de bron. Wat voor soort water vind je bij de cijfers 1 tm 3?
A
1= zout water
2= zoet water
3= brak water
B
1 = zoet water
2= zout water
3= brak water
C
1= brak water
2= zoet water
3= zout water
D
1= zoet water
2= brak water
3= zout water
Slide 22 - Quiz
Wat is geen taak van de waterschappen?
A
Zorgen voor een goede waterkwaliteit (schoon water).
B
Zorgen voor voldoende waterkwantiteit (hoeveelheid).
C
Beschermen tegen overstromingen (dijken, duinen, stuwen).
D
Het verkeer op zee regelen (veiligheid)
Slide 23 - Quiz
Welke hoofdtaak van de waterschappen zie je op de foto?
A
zorgen voor goede waterkwantiteit
B
zorgen voor goede waterkwaliteit
C
zorgen voor goede waterkeringen
D
rivieren bevaarbaar houden
Slide 24 - Quiz
Hoe komen goederen het meest binnen in Nederland via....
A
binnenvaart
B
wegvervoer
C
spoorvervoer
D
zeevaart
Slide 25 - Quiz
Wat werd er bedacht zodat er geen watersnoodramp meer plaats zou vinden?
A
duinen
B
bruggen
C
meer dijken
D
het Deltaplan
Slide 26 - Quiz
Wat zien we hier?
A
Een zandeiland
B
Een polder
C
Relatieve zeespiegelstijging
D
De zandmotor
Slide 27 - Quiz
Welke maatregel zie je op de foto?
A
kribverlaging
B
nevengeul
C
dijkverzwaring
D
hoogwatergeul
Slide 28 - Quiz
Welke maatregel zie je hier?
A
Uiterwaardvergraving
B
Kribverlaging
C
Dijkverlegging
D
Nevengeul/
Hoogwatergeul
Slide 29 - Quiz
Welke maatregel zie je hier?
A
Uiterwaardvergraving
B
Kribverlaging
C
Zomerbedverlaging
D
Obstakelverwijdering
Slide 30 - Quiz
In deze afbeelding is een waterplein te zien? Leg uit wat de functie is.
Slide 31 - Open question
Wat voor soort rivier is hier zichtbaar?
A
Regenrivier
B
Gletsjerrivier
C
Gemengde rivier
Slide 32 - Quiz
Rivier A is een
A
Regenrivier
B
Gemengde rivier
C
Gletsjerrivier
Slide 33 - Quiz
Wat is de Rijn voor soort rivier?
A
Smeltwaterrivier
B
Regenrivier
C
Gemengde rivier
D
Geen van allen
Slide 34 - Quiz
Welk type rivier (herkomst water) is de Maas?
A
Regenrivier
B
Gletsjerrivier
C
Smeltwaterrivier
D
Gemengde rivier
Slide 35 - Quiz
Wat kan ik aflezen uit de afbeelding?
A
het regiem en debiet van de Rijn en de Maas
B
het regiem en debiet van 2 plaatsen aan de Rijn
C
Hoe hoog het relief is en hoe hoog de waterstand
Slide 36 - Quiz
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Grind
Grof zand en zand
Fijn zand en klei
Slide 37 - Drag question
Nevengeul is een extra geul naast een rivier om bij hoogwater meer rivierwater af te kunnen voeren