Spelling 1 mavo/havo blok 3 (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord

3.7 Bijvoeglijk naamwoord
Spelling blok 3
1 / 8
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 8 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.7 Bijvoeglijk naamwoord
Spelling blok 3

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Na deze les kun je bijvoeglijke naamwoorden correct spellen.

Slide 2 - Slide

Spelling van bijvoeglijke naamwoorden
De lange leerling paste niet op zijn stoel.

Het versleten boek bracht toch nog tien euro op.

Slide 3 - Slide

1. Toevoeging van de -e
A. Een bijvoeglijk naamwoord krijgt een -e bij:

* De-woorden;
De jonge docent is erg populair.
De nieuwe gebouwen zijn erg mooi. 

Slide 4 - Slide

B. Een bijvoeglijk naamwoord krijgt geen -e bij:
* Het lidwoord een voor een het-woord;

een nieuw gebouw
een mooi meisje

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
De-woorden                                                           Het-woorden
De nieuwe auto                                                     Het nieuwe huis
Een nieuwe auto                                                   Een nieuw huis

Slide 6 - Slide

Wat is juist?
Stofaanduidingen
A
Een aluminiumen pan
B
Een aluminium pan

Slide 7 - Quiz

2. Stofaanduidingen
Wanneer een bijvoeglijk naamwoord iets aangeeft wat van stof gemaakt is, is het een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Is het een 'nieuwe' stof zoals plastic of polyester, dan schrijf je geen uitgang. Bij een 'oude' stof schrijf je -(e)n.

Heb je wel eens naar De gouden kooi gekeken?
Zijn spullen zitten in een plastic tas. 

Slide 8 - Slide