Toetsvragen beantwoorden

Toetsvragen beantwoorden
Hoe beantwoord je een toetsvraag goed?
Aan het einde van deze les weet je hoe je de toetsen van andere vakken aan kunt pakken.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Toetsvragen beantwoorden
Hoe beantwoord je een toetsvraag goed?
Aan het einde van deze les weet je hoe je de toetsen van andere vakken aan kunt pakken.

Slide 1 - Slide

Schrijf in een paar stappen op hoe jij een toets maakt, vanaf het momentdat je de vragen voor je hebt.

Slide 2 - Open question

Hoe kun je het maken van vragen  aanpakken?
- 1: Lees de vraag eerst heel goed. Zorg dat je alle woorden begrijpt, neem een woordenboek mee.
- 2: Zoek in de tekst naar het antwoord.
- 3:Lees de vraag daarna nog eens en onderstreep het antwoord in de tekst, als er een tekst is. Bekijk ook de vragen ervoor en erna.
- 4: Formuleer daarna in een goede zin je antwoord en noteer het. -> Herhaal een stukje van de vraag in je antwoord

Slide 3 - Slide

De vraag herhalen in je antwoord


Vraag: Waarom vallen in de herfst de bladeren van de bomen?
Antwoord: "In de herfst vallen de bladeren van de bomen, omdat...."


Slide 4 - Slide

We gaan eens oefenen. 

Herhaal dus een stukje van de vraag in je antwoord.

Slide 5 - Slide

Hoe voel je je vandaag en leg uit hoe dat komt?

Slide 6 - Open question

Wat vind je van jouw klas?

Slide 7 - Open question

Waarom moeten Tilburgers de slang niet vangen?

Slide 8 - Open question

Leg uit: wat is het doel van mindfulness?

Slide 9 - Open question

Hoe heet het tv-programma dat wordt genoemd?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide