H5 Taalverzorging - tussenletters

Welkom
timer
5:00
Socialiseren
Telefoon in de koffer, jas aan de kapstok.
Op tafel: Leesboek, schrift, pen, laptop (dicht)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
timer
5:00
Socialiseren
Telefoon in de koffer, jas aan de kapstok.
Op tafel: Leesboek, schrift, pen, laptop (dicht)

Slide 1 - Slide

Vandaag: 
  • Lezen
  • instructie
  • zw
  • evaluatie

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les gebruik ik de juiste tusssenletters in samenstellingen.m

Slide 3 - Slide

timer
8:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Instructie
Je kunt een nieuw woord maken door twee bestaande woorden aan elkaar te plakken. Dit is een samenstelling. De woorden in een samenstelling kun je vaak gewoon aan elkaar vast schrijven, maar dit kan niet altijd. Soms moet je tussenletters gebruiken om een goede samenstelling te maken.

Slide 6 - Slide

Instructie
Gebruik -en-
als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en: roos + geur = rozengeur.
Meervoud van roos is rozen

Slide 7 - Slide

Instructie
Let op: gebruik geen -en- als het eerste woord

  • een meervoud op -s heeft: garages, dus: garagebedrijf.
  • een meervoud op -en én -s heeft: groenten en groentes, dus: groentesoep.
  • iets is waarvan er maar één is, zoals ‘zon’ of ‘maan’: zonnescherm.
  • een versterkende betekenis heeft: apetrots, reuzesterk




Slide 8 - Slide

Instructie

Gebruik -s-
  • als je de -s- hoort: beroepsvoetballer, lievelingskleur.

  • Vervang het tweede woord als dat woord met een -s begint. Je hoort dan of je een tussen-s moet gebruiken: varkensstal, want varkensvlees.

Slide 9 - Slide

Toepassen
pannenkoek – soepgroente – boomstam – vakslager – zuurkool – puntneus.

Als je de samenstellingen verwisselt, krijg je dan dezelfde woorden?

Slide 10 - Slide

ZW
Jullie gaan aan het werk in Nieuw Nederlands, digitaal. Je gaat naar Hoofdstuk 5 - Taalverzorging / tussenletters. 
Je maakt deze les opdracht 1, 2 en 3 helemaal af. 

Let goed op jouw score!! Pas wanneer je 80% of hoger scoort, ken je de lesstof goed. 
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Welke is goed geschreven?
A
Herderhond
B
Herdershond

Slide 12 - Quiz

Welke is goed geschreven?
A
Boerserf
B
Boerenerf

Slide 13 - Quiz

Welke is goed geschreven?
A
Kettingslot
B
Kettingsslot

Slide 14 - Quiz

Welke is goed geschreven?
A
bezoekerscentrum
B
bezoekercentrum

Slide 15 - Quiz

Tot de volgende les!

Slide 16 - Slide