Hfst 2 Wat een talent 2.6. Spreken kijken luisteren

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 
Log alvast in. 

Mario
Djenna
Jaimy
Angelo
Luuk
docent
docent
docent
docent
docent
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 
Log alvast in. 

Mario
Djenna
Jaimy
Angelo
Luuk
docent
docent
docent
docent
docent

Slide 1 - Slide

Lesopbouw:
Absentie
Hfst overzicht
Herhaling vorige les
Doel en uitleg deze les
Maken en bespreken opdrachten
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Hfst overzicht: Voor elkaar!
Les 4: Schrijven en formuleren thema 1 en 2:  Daarna SO
Les 1: Fictie
Les 2: Gedicht
Les 3: Lezen
Les 5: Woorden
Les 6: Spreken, kijken en luisteren
Les 7: Grammatica
Les 8: Spelling
Les 9 Media en onderzoek:  Daarna Toets Thema 2 (half nov)

Slide 3 - Slide

Vorige les: les 2.5 Woorden
Doel: 
Ik leer ongeveer 15 nieuwe woorden. 
Ik weet wat synoniemen zijn. 

Slide 4 - Slide

Overhoren
Ga naar studygo.nl.


Slide 5 - Slide

dicteewoorden oefenen
Ga naar blz 119. 
Schrijf alle woorden 2x over. Laat iemand anders ze letter voor letter nakijken. 

Heb je een fout?? Schrijf dan dat woord 5 keer over. 


Slide 6 - Slide

Kijk goed:
twijfelen

Slide 7 - Slide

Wat kan je fout schrijven bij:
twijfelen

Slide 8 - Slide

Kijk goed:
accepteren

Slide 9 - Slide

Wat kan je fout schrijven bij:
accepteren

Slide 10 - Slide

Kijk goed:
de liniaal

Slide 11 - Slide

Wat kun je fout schrijven bij:
de liniaal

Slide 12 - Slide

Kijk goed:
de alinea

Slide 13 - Slide

Wat kan je fout schrijven bij:
de alinea

Slide 14 - Slide

Kijk goed:
gevoelig

Slide 15 - Slide

Wat kan je fout schrijven bij:
gevoelig

Slide 16 - Slide

Kijk goed:
voorbereiden

Slide 17 - Slide

Wat kan je fout schrijven bij:
voorbereiden

Slide 18 - Slide

Kijk goed:
de vriendschap

Slide 19 - Slide

Wat kan je fout schrijven bij:
de vriendschap

Slide 20 - Slide

Dictee
Schrijf op....

Slide 21 - Slide

Doel les 2.6 Spreken, kijken en luisteren
Doel:
Ik kan een zakelijk telefoongesprek voeren
Ik weet hoe ik vragen moet stellen?

Slide 22 - Slide

Doel les 2.6 Zakelijk gesprek voeren
  • Groet de ander en zeg je voor- en achternaam
  • Zeg 'u' tegen mensen die je niet kent
  • Leg uit waar je voor belt
  • Stel vragen en geef antwoord op de vragen van de ander
  • Spreek duidelijk en rustig
  • Klaar? Bedank de ander voor het gesprek en/of de info. 
  • Maak eventueel een spiekbriefje. 

Slide 23 - Slide

Zeg je dit wel of niet in een zakelijk telefoongesprek:
Hoi, je spreekt met Alex.
A
WEL
B
NIET

Slide 24 - Quiz

Zeg je dit wel of niet in een zakelijk telefoongesprek:
Ik ben op zoek naar een baantje. Kan ik de bedrijfsleider spreken?
A
WEL
B
NIET

Slide 25 - Quiz

Zeg je dit wel of niet in een zakelijk telefoongesprek:
Hallo, ben jij de bedrijfsleider?
A
WEL
B
NIET

Slide 26 - Quiz

Zeg je dit wel of niet in een zakelijk telefoongesprek:
Bedankt voor het gesprek. Ik zie u komende zaterdag.
A
WEL
B
NIET

Slide 27 - Quiz

opdrachten
  • Zet een streep door opdracht 1. 
  • Maak opdracht 2. 
  • Lees opdracht 3 minimaal 2 x. 
  • Maak opdracht 3


Bespreken opdr 2 en 3

Slide 28 - Slide

luisteropdracht
opdracht 4 en 5

Slide 29 - Slide

Je wilt lid worden van een sportclub.
Welke vragen stel je? Enter na elke vraag.

Slide 30 - Open question

Vragen stellen
Als iets niet duidelijk genoeg is, zorg je door een 'vervolgvraag' dat het wel duidelijk wordt. 
Misschien moet je de vraag anders stellen, waardoor je wel antwoord krijgt op hetgeen dat je wilt weten. 

Slide 31 - Slide

Je belt naar school omdat je je mentor wilt spreken. Ze is er niet. Welke vraag kan je dan stellen?

Slide 32 - Open question

Je wilt een hele speciale broek. Je belt naar de winkel maar hij is uitverkocht. Welke vervolgvraag kan je stellen?

Slide 33 - Open question

Zelfstandig werken
Streep opdracht 1, 6, 7 en 8 door. 
Gaan aan de slag met 9 en 10. 

Rood = je werkt stil
oranje = je mag zachtjes vragen stellen aan de mensen om je heen
groen: je mag vragen stellen aan de leerkracht/samenwerken
Timer: de tijd die je voor de opdracht hebt. 
timer
10:00

Slide 34 - Slide

Wat doe je als iets niet duidelijk is??

Slide 35 - Open question

Noem een regel bij een zakelijk telefoon gesprek.

Slide 36 - Open question

Bedankt voor jullie aandacht!
Ik kan een zakelijk telefoongesprek voeren.
Ik weet hoe ik vragen moet stellen.

Slide 37 - Slide