1.6-2.6 Spreken, kijken, luisteren - 1BK

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

SPREKEN KIJKEN LUISTEREN

HST 1.6:  Regels van een dialoog

Hst 2.6: Een zakelijk telefoongesprek

Inhoud van de les

Doel: aan het eind van de les weten we welke gespreksdoelen er zijn, hoe een zakelijk telefoongesprek verloopt en leren we vervolgvragen te stellen tijdens een gesprek. 

• Telefoongesprekken luisteren - aansluitend opdrachten maken.
• Zelfstandig werken

Gespreksdoelen

Informatie: je vraagt de docent om uitleg

Mening: je vertelt wat je van die nieuwe film vindt

Vermaken: je vertelt over een grappige situatie

Gevoelens uiten: je vertelt hoe je blij je bent met je cadeau

waar let je op als je een
dialoog of tweegesprek
voert?

EEN DIALOOG VOEREN

Een dialoog of tweegesprek is een gesprek tussen twee mensen. Zo zorg je ervoor dat zo'n gesprek goed verloopt:

- Laat de ander uitpraten.

- Luister goed en stel vragen over wat de ander vertelt.

- Laat je niet afleiden door andere zaken (zoals je telefoon).

- Let op je houding. Kijk de ander aan en zit niet onderuitgezakt.

Zakelijk telefoongesprek

Hoe voer jij een
telefoongesprek met
een vreemde?

zakelijk telefoongesprek

Regels bij een zakelijk telefoongesprek:

- Groet de ander en zeg je voornaam en je achternaam.

- Zeg u tegen een volwassene die je niet kent.

- Leg uit waarvoor je belt.

- Stel je vragen en geef antwoord op vragen van de ander.

- Spreek duidelijk en in een rustig tempo.

- Klaar? Bedank de ander voor het gesprek of voor de informatie.

Luister naar de geluidsfragmenten en maak de bijbehorende opdrachten.

tips

• SPIEKBRIEFJE
• VERVOLGVRAGEN STELLEN
• krijg je geen duidelijk antwoord op een vraag? Stel dan een vervolgvraag. Dat is een extra vraag waardoor je wel antwoord krijgt op wat je wilt weten.

Maak opdracht
6,7 en 8!

Is het doel behaald?

3.6. Aantekeningen en steekwoorden

Luister je naar iemand en wil je onthouden wat je hoort? Maak dan aantekeningen. Dat zijn woorden of korte zinnen waardoor je het onthoudt. Steekwoorden noem je zulke woorden.

MAKEN:

OPDRACHT 

WANNEER MAAK
JE AANTEKENINGEN?

Een klas gaat op schoolkamp. Vooraf geeft de docent informatie. Luister naar de monoloog van de docent.

aHalina en Ravi maakten elk aantekeningen van wat de docent vertelde. Lees hiernaast de aantekeningen die ze maakten. Welke aantekeningen vind jij beter? Waarom?

WAT VERTELT DE
DOCENT;
NOEM STEEKWOORDEN

TOETS KIJK- EN LUISTER

VRIJDAG 26 MAART

2E UUR (9.10)