Week 51 (2021) les 2

Week 51 - les 2
Herhaling
Verschil formeel en informeel taalgebruik

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Week 51 - les 2
Herhaling
Verschil formeel en informeel taalgebruik

Slide 1 - Slide

Precies luisteren
A
Je luistert heel goed naar specifieke informatie.
B
Je luister heel goed naar zo veel mogelijk informatie.

Slide 2 - Quiz

Globaal luisteren
A
Luisteren naar de belangrijkste informatie.
B
Luisteren naar alleen dat wat voor jou interessant is.

Slide 3 - Quiz

Leg uit wat het verschil is tussen precies en selectief luisteren.

Slide 4 - Open question

Aan het einde van deze les:
Weet jij wat formeel en informeel taalgebruik is. 

Slide 5 - Slide

Informeel en
formeel taalgebruik?

Slide 6 - Mind map

Yo, geef me snoep.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 7 - Quiz

Goedendag, zou u mij alstublieft het snoepgoed willen overhandigen?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 8 - Quiz

Informeel

- Onderling met familie en vrienden.
- Vertrouwelijke sfeer.
- Jij (i.p.v. u)
Formeel

- Zakelijk
- Beleefd
- U (i.p.v. jij)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat betekent ''ergens faliekant fiducie in hebben''?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat betekent ''stante pede verwittigen''?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

''In mijn nopjes''
A
Erg tevreden / vrolijk
B
Erg verrast

Slide 17 - Quiz

''Wassende'' betekent in deze zin:
A
Veel
B
Groeiend

Slide 18 - Quiz

Wat betekent ''schare'' in deze zin?
A
Groep
B
Mensen
C
Menigte

Slide 19 - Quiz

Kornuiten =
A
Makker / kameraad
B
klasgenoten
C
buren
D
online vrienden

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Havo: opdracht 56 en 61 vanaf p. 90
Vwo: opdrachten 2 en 7 vanaf p. 108.

Slide 22 - Slide

Hele fijne feestagen!

Slide 23 - Slide