Autisme

Autisme
1 / 26
next
Slide 1: Slide
PathologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Autisme

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar denk jij aan bij Autisme

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Welke vormen van Autisme ken je?

Slide 4 - Open question

In de vakliteratuur (DSM V) wordt de verzamelterm 'autismespectrumstoornis' (ASS) gebruikt. 

 autistische stoornis,
 stoornis van Asperger, 
syndroom van Rett, 
desintegratieve stoornis  
PDD-NOS. 

Deze vijf stoornissen hebben twee belangrijke gemeenschappelijke kenmerken:

Mensen met een autismespectrumstoornis hebben beperkingen in de sociale communicatie.

Mensen met een autismespectrumstoornis laten beperkt, zich herhalend gedrag zien. Dat laatste kan bijvoorbeeld blijken uit een overmatige gehechtheid aan routines, een grote gevoeligheid voor veranderingen en een intense gefixeerdheid op ongebruikelijke voorwerpen
Hoe vindt vaststelling van autisme plaats?

Slide 5 - Open question

Criteria vaststelling

Stoornis sociale stoornis alle drie afwezig
  • Wederkerigheid
  • non-verbale communicatie
  • Vriendschappen en relaties

Stoornis repetitief gedrag (2 van de 4)
  • stereotype uitspraak, bewegingen, gebruikte objecten
  • routines, rituelen, moeite met veranderen
  • beperkte gefixeerde interesses
  • sensorische overgevoeligheid

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Wat zijn volgens jou kenmerken van ASS?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Kenmerken ASS
Je hebt moeite met het omgaan met andere mensen.
Je bent voor sommige prikkels heel gevoelig, voor andere juist niet.
Je gaat helemaal op in dingen die je interessant vindt.
Je kunt je niet makkelijk in anderen verplaatsen.
Je houdt niet van onverwachte veranderingen.
Je herhaalt sommige dingen vaak.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Welke uitspraak denk je dat klopt?
A
Autisme komt even vaak voor bij jongens en meisjes
B
Autisme komt vaker voor bij jongens
C
Autisme komt vaker voor bij meisjes
D
Autisme komt bij ouderen minder vaak voor

Slide 10 - Quiz

Dit komt waarschijnlijk doordat bij meisjes de sociale en communicatieproblemen vaak subtieler aanwezig zijn en zij minder repetitief gedrag laten zien. 
Hoeveel mensen met autisme hebben een verstandelijke beperking?
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Ontwikkelingsleeftijd tussen de 4 & 7 jaar
Leren langzaam en moeilijk
Verhoogd risico op gezondheidsproblemen
Er zijn vaak bijkomende problemen
Licht verstandelijke beperking
Matig verstandelijke beperking
Ernstig verstandelijke beperking
Ernstig meervoudige beperking

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Cognitieve theorieën voor ASS
Executieve functies EF)
Cognitieve coherentie (CC)
Theorie of Mindautibril opzetten (TOM)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

DSM-IV 
DSM-5, 
Het handboek van psychiatrische aandoeningen
ASS

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Welke benaderingswijze wordt toegepast bij Autisme?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Uitingsvormen Autisme
De in zichzelf gekeerde
De passieve
De actieve 

Slide 23 - Slide

De in zichzelf gekeerde
     eigen leefwereld

De passieve
     zoekt geen contact, onderneemt 
     weinig

De actieve 
    zoekt contact maar slaat de plank mis

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Casus M
M is een 24 jarige vrouw met autisme spectrum en het Cri-du chatsyndroom. In het eerste contact presenteert zij zich verbaal sterk en probeert zij af te stemmen op haar omgeving.
Weinig oogcontact .Zij functioneert op verschillende gebieden op verschillende niveaus. Functioneert op de grens van licht en matig verstandelijk beperkt niveau.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions