This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
De voetganger
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Waar moet ik stappen?
Slide 3 - Slide
Waar kan ik veilig oversteken?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
De fietser
Slide 6 - Slide
Fietscontrole
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Verkeersborden
Slide 11 - Slide
Welke borden heb je gezien?
Slide 12 - Slide
Gebodsborden
Je moet...
Slide 13 - Slide
Verbodsbord
Je mag niet...
Slide 14 - Slide
Aanwijzingsborden
Hier is ...
Slide 15 - Slide
Gevaarsborden
Pas op, hier ...
Slide 16 - Slide
Voorrangsborden
wie mag er eerst?
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Wie is de baas?
Slide 25 - Slide
Je fietst naar een kruispunt. Het verkeerslicht staat op rood. Een agent zwaait met zijn hand: doorrijden. Wat doe je?
A
Ik stop voor rood licht.
B
Ik rijd door.
Slide 26 - Quiz
Je fietst naar een kruispunt. Er staat een bord dat zegt: stop. Maar er zijn ook verkeerslichten. Jouw licht staat op groen. Wat doe je?
A
Ik mag doorrijden
B
Ik moet eerst stoppen en dan verder rijden.
Slide 27 - Quiz
Je staat te voet aan een kruispunt met verkeerslichten en een agent. Je wacht voor het rode mannetje om over te steken. De agent blijft het verkeer dat je wilt dwarsen doorlaten. Ook nog wanneer je groene oversteekmannetje verschijnt. Wat doe je?