Nask thema 1

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Natuurkunde- en scheikunde

- lessonup.app

- code invoeren

- eigen naam gebruiken

- mobiel ondersteboven

   op tafel leggen (scherm     naar beneden)

Planning:

- Inleiding in de natuurkunde-scheikunde

- Uitvindingen

- Waarnemingen

- Theorie en praktijk

Natuurkunde 

 

                               Scheikunde

                                  

                                                         Biologie

 

                                                                       Wiskunde

Maak een foto van een voorwerp in dit lokaal wat met NaSk te maken heeft. Personen mogen NIET in beeld zijn.

In de natuur- en scheikunde proberen we natuur-verschijnselen en processen te begrijpen.

Biologie: gebruikt natuur- en scheikundige processen om de natuur beter te begrijpen.

Uitvindingen en Ontdekkingen

Waarnemen en proeven doen

- Waarnemingen en verklaringen zoeken

- Experimenteren

Kwalitatief onderzoek: het resultaat hiervan is alleen een uitspraak. Bijv. vloeibaar water kan verdampen of bevriezen.

Kwantitatief onderzoek: resultaten worden in getallen uitgedrukt. Bijv. Kokend water verdampt 108x zo snel als water van 20 graden.

Paracetamol verminderd pijn

1. Kwalitatief
2. Kwantitatief

Er zijn alleen maar witte zwanen

1. Kwalitatief
2. Kwantitatief

Koeien geven bij een lichtsterke tussen 150 en 200 lux tot 10% meer melk.

1. Kwalitatief
2. Kwantitatief

Fotosynthese is meer een

1. Natuurkundig proces
2. Scheikundig proces

Theorie en Praktijk

N.a.v. een experiment kan je een theorie opstellen. Deze blijft juist tot het tegendeel bewezen is.

- Er zijn alleen geen zwarte zwanen

- In paddenstoelen leven geen kabouters

Aan de slag!

- Lees paragraaf 1.1 (blz 8 t/m 10)

- Maak vraag 1 t/m 9 (=hw)

- Eerste 5 minuten in stilte

Klaar?

- Lees blz. 14 ('werken met de gasbrander) en practicum 1 (blz. 34) als voorbereiding op de volgende les.

1.2 Het practicumlokaal

Veilig werken

- Luister goed naar de docent of TOA

- Houd je aan de opdracht

Als je werkt met vuur of gevaarlijke stoffen

- draag en labjas en een veiligheidsbril

- lang haar moet in een staart

- zorg voor een veilige werkomgeving (tassen onder de tafel, geen losse veters, niet teveel rommel op tafel etc.)

1.3 Meten

- Grootheden

- Eenheden

- Omrekenen

- Meetinstrumenten

Grootheden

Bij het meten maak je gebruik van verschillende grootheden. Voorbeelden van grootheden zijn:

- massa

- volume

- lengte

- temperatuur

Eenheden

Elke grootheid heeft een eenheid waarin een grootheid wordt uitgedrukt. Voorbeelden hiervan zijn:

- kilogram

- minuut

- graden Celsius

Met welke eenheid wordt meestal massa uitgedrukt?

1. Uur
2. Volume
3. Gram
4. Milliliter

Eenheden

Massa (m): kilogram, gram

Volume (v): liter, mililiter, kubieke decimeter

lengte (l of s): kilometer, meter, millimeter

In paragraaf 1.2 zie je een overzicht hiervan.

Voorvoegsels

Grote of kleine getallen worden soms op een andere manier geschreven. Bijvoorbeeld kilometer of millimeter. Dit worden voorvoegsels genoemd.

Wat is de waarde van het voorvoegsel KILO?

1. 0,01
2. 0,1
3. 1000
4. 100000

Wat is de waarde van het voorvoegsel DECI?

1. 0,000001
2. 0,001
3. 0,01
4. 0,1

Hoeveel gram is 1 kilogram

1. 1
2. 10
3. 100
4. 1000

Bij deze vraag alleen een getal invullen. Hoeveel millimeter is 1,8 meter?

Omrekenen

Voorbeeld: 1 dm = 1:10 = 0,1 m

Reken om:

2312 g = ...........

30 s = ..........

150 ml = .......

1 liter = 1 dm3

1 dm3 = 1000 ml

Aan de slag!                               

- Lezen paragraaf 1.3 (let op: zelf goed het stukje van meetinstrumenten lezen!)

- Maken opdrachten t/m 1.3

Klaar? Practicum 2 (blz. 35) doornemen en voorbereiden.