Nask Les 2

Welkom bij Nask
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom bij Nask

Slide 1 - Slide

Klas binnenkomen
  • Ga volgens de plattegrond op je plaats zitten.
  • Leg je boek en schrift op tafel.
  • De laptop blijft in de tas        
  • Aandacht voor de docent

Slide 2 - Slide

Tijdens de les
  • Doe actief mee     
  • Bij vragen eerst je vinger opsteken          
  • Als de docent praat, moet je stil zijn.
  • niet eten (ook geen kauwgom)

Slide 3 - Slide

Nask Les 2
Lesplanning
  • Huiswerk bespreken (H1P1)
  • Herhaling van de vorige les (vragen)
  • Onderzoek doen 
  • Grootheid en eenheid 
  • Huiswerk-afsluiting


Slide 4 - Slide

Wat hoort niet bij natuurkunde?
A
Vogels leggen eieren
B
Hoe ontstaat een regenboog?
C
's Zomers kan je beter lichte kleding dragen.
D
Een batterij geeft elektrische stroom.

Slide 5 - Quiz

Een stof verandert in een andere stof. Dit is:
A
natuurkunde
B
scheikunde
C
biologie
D
wiskunde

Slide 6 - Quiz

Als er stroom door een lampje gaat, dan gaat deze branden.
A
natuurkunde
B
scheikunde

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen H1 P2
  • Je kunt uitleggen wat de wetenschappelijke methode is.
  • Je kunt uitleggen hoe je veilig kunt waarnemen bij een onderzoek.
  • Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.


Slide 8 - Slide


ONDERZOEK DOEN


  • Onderzoeksvraag
  • Hypothese
  • Experiment bedenken
  • Uitvoeren
  • Resultaten verzamelen
  • Conclusie 


     Bij natuur- en scheikunde doe je soms onderzoek om een antwoord te krijgen op een onderzoeksvraag. Dat onderzoek gaat volgens de wetenschappelijke methode. Bij het onderzoek moet je waarnemen en meten.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld over wetenscahppelijke onderzoek
Onderzoeksvraag: Kookt water overal bij dezelfde temperatuur?
Hypothese: Het water kookt overal bij 100 graden Celsius.
Proefopzet: Kook water op verschillende hoogtes en meet het kookpunt.
Uitvoering van de proef: Je zult merken dat water niet overal bij dezelfde temperatuur kookt.
Beantwoording van de onderzoeksvraag: De hypothese was niet juist.

Slide 10 - Slide

Bij het onderzoek moet je waarnemen en meten.
Waarnemen doe je met zintuigen.



        zien                     horen              ruiken            voelen           proeven
(maar dat is niet altijd handig..)

Slide 11 - Slide

Met je zintuigen kun je wel waarnemen, maar dat is niet erg nauwkeurig en niet altijd handig. Daarvoor gebruik je een meetinstrument

Slide 12 - Slide

Voorzichtig
Bij onderzoek moet je voorzichtig ruiken 
en 
mag je NOOIT PROEVEN!!

Slide 13 - Slide

Welk meetinstrument gebruik je?
Grootheid:                                          Meetinstrument:
Lengte
Tijd
Temperatuur
Massa
Volume

Slide 14 - Slide

Wat zijn eenheden en grootheden?
Een grootheid vertelt wat je meet.
Een eenheid geeft aan waarin je een grootheid meet.

Wat is hieronder de eenheid, en welke de grootheid?
Ik meet tijd in seconden.
Ik rij met een snelheid van 100 km/u
Mijn auto heeft een massa van 1500 kg

Slide 15 - Slide

Een aantal voorbeelden

Slide 16 - Slide

SI-stelsel
Voor grootheden en eenheden is
een 'taal' afgesproken.

Daarin hebben de grootheden en 
eenheden een symbool gekregen.

Slide 17 - Slide

Grootheid of eenheid:
Massa
A
Grootheid
B
Eenheid
C
Weet ik niet

Slide 18 - Quiz

Grootheid of eenheid:
Millimeter
A
Grootheid
B
Eenheid
C
Weet ik niet

Slide 19 - Quiz

Grootheid of eenheid:
Temperatuur
A
Grootheid
B
Eenheid
C
Weet ik niet

Slide 20 - Quiz

Grootheid of eenheid:
Snelheid
A
Grootheid
B
Eenheid
C
Weet ik niet

Slide 21 - Quiz

Grootheid of eenheid:
Graden Celsius
A
Grootheid
B
Eenheid
C
Weet ik niet

Slide 22 - Quiz

Grootheid of eenheid:
Lengte
A
Grootheid
B
Eenheid
C
Weet ik niet

Slide 23 - Quiz

Grootheid of eenheid:
Kilogram
A
Grootheid
B
Eenheid
C
Weet ik niet

Slide 24 - Quiz

Wat kan je nog meten?

Slide 25 - Slide

Mijn gewicht (massa) geef ik aan in:
A
gram
B
kilogram
C
stenen
D
ik weeg niks

Slide 26 - Quiz


Lengte of afstand geef ik aan in:
A
Voeten
B
Meters
C
Kilometers
D
Stenen

Slide 27 - Quiz

Waarom is het belangrijk?
Een getal zonder eenheid heeft geen betekenis.
Ik weeg 70...
Ik type met een snelheid van 120...
De les is voorbij over 1800...

Geef dus altijd een eenheid achter een getal!

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Omrekenen
20 km=.....................m
5 cm  =......................m
35 dm=......................mm


Slide 30 - Slide

Huiswerk-Afsluiting
Wat hebben we geleerd in deze les?

Lees  H1 P2  en maak de opdrachten voor de volgende les.

Slide 31 - Slide

Wat vond je van deze les?
1 2 3 4 5
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll