What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
`les 4 zinsdelen
zinsdelen benoemen
Zinsdelen zijn woorden of woordgroepjes binnen de zin die bij elkaar horen. Een zinsdeel kan uit 1 woord bestaan, maar ook uit meerdere woorden.
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Rekenen
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
zinsdelen benoemen
Zinsdelen zijn woorden of woordgroepjes binnen de zin die bij elkaar horen. Een zinsdeel kan uit 1 woord bestaan, maar ook uit meerdere woorden.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
persoonsvorm = pv
Zoek eerst de persoonsvorm van de zin. Die kun je op 3 verschillende manieren vinden:
Vraagproef
:
Je maakt van de zin een vraagzin.
De persoonsvorm komt dan meestal vooraan te staan.
Tijdsproef:
Je verandert de tijd.
Van tegenwoordige tijd maak je verleden tijd of andersom. De persoonsvorm verandert dan.
Getalsproef:
Je verandert het getal.
Van meervoud maak je enkelvoud of andersom. De persoonsvorm is het enige werkwoord dat verandert.
Slide 3 - Slide
Woensdag om kwart over zeven begint de zangles van Lisa.
A
Woensdag om kwart over zeven
B
begint
C
de zangles
D
Lisa
Slide 4 - Quiz
onderwerp
stel de vraag: wie/wat + persoon?
Woensdag om kwart over zeven
begint
de zangles van Lisa.
pv
wie/wat begint?
de zangles van Lisa
Slide 5 - Slide
De kinderen presenteren het filmpje vandaag op het digibord.
A
De kinderen
B
presenteren
C
het filmpje
D
digibord
Slide 6 - Quiz
bepaling
Het zinsdeel dat aangeeft
waar
en
wanneer
iets plaatsvindt.
bijvoorbeeld:
De kinderen presenteren
vandaag
het filmpje
op het digibord
.
Slide 7 - Slide
De kinderen stellen veel vragen tijdens de les.
A
de kinderen
B
veel vragen
C
tijdens de les
Slide 8 - Quiz
lijdend voorwerp
stel de vraag: wie of wat +
werkwoordelijk gezegde
+
onderwerp
?
Aniek
heeft
een cadeau
gekocht
voor lucas.
Wat heeft Aniek gekocht?
een cadeau
Slide 9 - Slide
De kinderen stellen veel vragen tijdens de les.
A
de kinderen
B
stellen
C
veel vragen
D
tijdens de les
Slide 10 - Quiz
taal taak 3
daarna eigen taken taal
timer
1:00
Slide 11 - Slide
More lessons like this
Grammatica PV en zinsdelen
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Lijdend voorwerp
April 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Herhaling pv- gez- ow- lv-mv-bwb
May 2023
- Lesson with
26 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
NE - HV1 - 3.7
March 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Zinsdelen oefenen
October 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
zinsdelen en persoonsvorm
October 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Grammatica PV en zinsdelen
November 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Week 12 h/v/g
March 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1