Les 5 herhalen bron D

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

2ma

2mb 

2md

Chapitre 3

2ma	2mb	2mc	2md
2 lessen	3 lessen	2 lessen	2 lessen
14 feb	17 feb	16 feb	17 feb

             Bienvenue

• Woordjes E+F
• Herhaling Bron D
• filmpje bron E

Hoe gaan de woordjes?

Bron E en F

Zoek het woord en de betekenis bij elkaar.

p.129

Chapitre 3

Dit hoofdstuk gaat over kleding en mode. 

We gaan het eerste deel van Ch3 afronden.

Bron A/B/C/D 

Woorden A/B

Getallen

	M	V
Ev	ce(t)	cette
Mv	ces	ces

p. 128 t/m 131

Wat betekent:
Qu'est-ce que tu portes?

1. Wat koop je?
2. Wat draag je?
3. Wat wil je?
4. Heb je een poort?

Wat betekent deze zin?
Le pull coûte trente euros.

Wat betekent deze zin?
Le jean coûte soixante-dix euros

In welke zin staat een aanwijzend voornaamwoord?

1. Dat huis
2. Het meisje
3. De jongen
4. Onze fiets

In welke zin staat een aanwijzend voornaamwoord?

1. le garçon
2. cette fille
3. une maison
4. l'école

Ce

Cette

Cet

Ces

chaussures

pantalon

chemise

homme

Aanwijzend vnw

p.131

	m	v
ev	le (l')	la (l')
mv	les	les

de/het

	m	v
ev	ce (cet)	cette
mv	ces	ces

deze/dit/die/dat

Au travail

17a: onderstreep 6x het aanwijzend vnw 

17b: Vul de goede vorm in (ce,cet,cette,ces)

17c: maak de zin nog een keer maar met het nieuwe woord.

bespreken

p.151

Bron E 

We kijken het filmpje en maken samen oefening 21c

p.116