Con Gusto 2, Unidad 7

Programa de hoy 

- Paisaje y animales       
- Una conversación telefónica
- El imperativo negativo 
- Los posesivos tónicos
- Los demostrativos 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
SpaansHBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Programa de hoy 

- Paisaje y animales       
- Una conversación telefónica
- El imperativo negativo 
- Los posesivos tónicos
- Los demostrativos 

Slide 1 - Slide

Vamos al parque p.63 TB
¿ Qué se ve en este anuncio
¿ Puedes describir los 3         paisajes?
Cómo se traduce:              
Pídanos el cielo             
Pídanos el mar                
Pídanos las estrellas....

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

El Parque Nacional de Doñana      TB p. 64 ej.2 
1. Leemos la información sobre el parque: 
2. Subraya las palabras relacionadas con paisajes y animales

Slide 4 - Slide

Reserva de visitas TB p. 65 ej. 4
39
Completa la reserva....................

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat fijn!
Wat ben ik daar blij om!
 Ik verheug me er al op!
 Geweldig!
Wat goed!
Wat jammer! 
Wat zonde!
Wat een pech!
Luister naar de fragmenten en geef aan hoe er wordt gereageerd en welke uitdrukkingen er worden gebruikt.
40
41
42
Ej.5a TB pg.66

Slide 7 - Slide

Ej.5b TB pg.66

Slide 8 - Slide

p. 66 TB vocabulario para una conversación telefónica.....

Slide 9 - Slide

Ejemplos de conversaciones telefónicas

Slide 10 - Slide

¡ A practicar...!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

¡Qué difícil es ..............!

Slide 13 - Slide

El imperativo negativo
- Repaso imperativo afirmativo

- El imperativo negativo
Vervoeging
Regels

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Geef advies 

Slide 16 - Slide

Las madres 
Opdracht: Wat zei je moeder altijd tegen jou?
Gebruik de imperativo afirmativo
Ejemplo:

                                Haz tu cama antes de salir

timer
3:00

Slide 17 - Slide


  • De werkwoorden die eindigen op ar hebben dezelfde uitgangen als de werkwoorden die eindigen op er in de tegenwoordige tijd.
  • De werkwoorden die eindigen op er/ir hebben dezelfde uitgangen als de werkwoorden die eindigen op ar in de tegenwoordige tijd


Slide 18 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
pag. 123
usted
vosotros
ustedes
no hagas
no haga
no hagáis
no hagan
no salgas
no salga
no salgáis
no salgan
no des
no dé
no deis
no den
no vayas
no vaya
no vayáis
no vayan
no seas
no sea
no seáis
no sean

Slide 19 - Slide

El imperativo negativo
Opdracht 7b. pag. 67.



Opdracht 7c. pag 67
timer
3:00
timer
3:00

Slide 20 - Slide

WB pag 69
oef. 6 & 7

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

_____
____
____
____

Slide 23 - Slide

¡No busques excusa! TB pag. 66
Je werkt op een reclame bureau. Het team is nu bezig met een bewustmakingscampagne. Je mag de volgende onderwerpen in je campagne verwerken:
- Uso del agua
- El medio ambiente
- Ahorrar energía
- Uso del plástico
- Eigen ideeën
GEBRUIK DE IMPERATIVO NEGATIVO EN AFIRMATIVO
Werk in groepjes
Presenteer je campagne

Slide 24 - Slide

De beklemtoonde bezittelijke voornaamwoorden TB pg. 69

Slide 25 - Slide

TB pg. 69 ej. 11a

Slide 26 - Slide

TB pg. 69 ej. 11b

Slide 27 - Slide

Een paar gaat uit elkaar en verdeelt zijn bezittingen in hun appartement. 
Vertaal naar het Spaans.

Slide 28 - Slide

 Een paar gaat uit elkaar en verdeelt zijn bezittingen in hun appartement. 

Slide 29 - Slide

HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD 

Slide 30 - Slide

HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD 

Slide 31 - Slide



1. Esta / esa / aquella señora de ahí es mi profesora de matemáticas.
2. En este / ese / aquel grupo de allí hay varios amigos míos.
3. Este / ese / aquel parque de aquí es muy bonito.
4. En esta / esa / aquella oficina de aquí trabaja mi padre.
5. Me gusta esta/ esa / aquella mesa de allí.
6. Este / ese / aquel autobús de ahí va para Barcelona.
7. ¿Cómo se llama este / ese / aquel señor de ahí?

Kies het juiste aanwijzend vnw. 

Slide 32 - Slide