American vs British English

American or British English?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

American or British English?

Slide 1 - Slide

British vs American

We are going to focus on the differences between British English and American English. 


Slide 2 - Slide

Which scentence is correct?
* We took the subway when we were on   
  vacation in Barcelona.

* We took the underground when we were on   
  holiday in Barcelona.

Slide 3 - Slide

Welke verschillen zijn er tussen Brits en Amerikaans Engels?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Do you speak English?
*      pronunciation
*      spelling
*     different words

Slide 6 - Slide

Spelling

Zie je de verschillen?

British English - Amercan English

favour - favor
colour - color
centre - center

travelling - traveling

Slide 7 - Slide

Spelling

Ook bij een aantal werkwoorden/zelfstandige naamwoorden  die een 's' bevatten, veranderen in het Amerikaanse Engels.

British English - Amercan English
Analyse - Analyze
Organisation - Organization
Organise - Organize

Kies één manier en houd je hieraan!

Slide 8 - Slide

Woordenschat

Britten en Amerikanen gebruiken ieder een eigen woord voor dezelfde voorwerpen.

British English - Amercan English
autumn - fall (= herfst)
lorry - truck (=vrachtwagen)

biscuit - cookie (=koekje)

Slide 9 - Slide

Woordenschat

In het stepping stones boek gebruiken ze vaak de Britse woordenschat en enkele Amerikaanse woorden.


Echter komen jullie veel 'Amerikaanse' woorden tegen in teksten, video's en op social media.

Wellicht kun je nog meer voorbeelden opnoemen??

Slide 10 - Slide

Pronunciation

Het meest herkenbare verschil is de uitspraak tussen beide talen.

- uitspreken van klinkers zoals de 'a' klank in dance

- verschil in intonatie

- verschil in klemtoon


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

sneakers
A
British English
B
American English

Slide 13 - Quiz

colour
A
British English
B
American English

Slide 14 - Quiz

theatre
A
British English
B
American English

Slide 15 - Quiz

Werkblad maken
Vul het werkblad - Exercise 1 (puzzle) in dat je van je docent ontvangt over Brits en Amerikaans Engels.

Klaar ? 
Ga verder met Exercise 2 : Fill in

Slide 16 - Slide

Gametime - Speaking/vocabulary 


-  Take look at Exercise 3 : Speaking
-  Work in a pair, use 1 dice and two pawns
- Throw the dice and say either the Britsh or the American equivalents of the given words.

Slide 17 - Slide