§ 2.1 Stoffen thuis en op school Basis 2

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

2 STOFFEN
Benodigheden
- laptop
- JDW-map
- (Rekenmachine) 
- Pen


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Basis 2!
Ga zitten en start met:

Lees paragraaf § 2.1 Stoffen thuis en op school

START IN:




Jas over je stoel
timer
5:00

Slide 2 - Slide

H2: STOFFEN 
§ 2.1 Stoffen thuis en op school
§ 2.2 Eigenschappen van stoffen
§ 2.3 Metalen
§ 2.4 Glas, hout en keramiek
§ 2.5 Kunststoffen
§ 2.6 Stoffen en veiligheid

Slide 3 - Slide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 4 - Slide

Lesprogramma
  1. Introductie-opdrachten
  2. Voorkennis/Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Aan de slag/ Huiswerk
  6. Afsluiting 
  7. Huiswerk

Slide 5 - Slide

Voorkennis
Introductie opdrachten
Nova-code hb2b: 540874
hb2a: 206009

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
2.1.1 Je kunt beschrijven wat een stof is.
2.1.2 Je kunt voorbeelden noemen van stoffen.
2.1.3 Je kunt beschrijven wat voorwerpen en materialen zijn.
2.1.4 Je kunt voorbeelden noemen van materialen.
2.1.5 Je kunt uitleggen waarom metalen veel gebruikt worden.

Slide 7 - Slide

Stof / materiaal ?
  • Wij gebruiken dagelijks veel voorwerpen.
  • Een stof waarvan iets gemaakt is.
  • Een materiaal is de stof waarvan je een voorwerp kan maken.
  • We kijken eerst waar we het voorwerp voor nodig hebben.  Dan kiezen we het juiste materiaal.

Slide 8 - Slide

Voorwerpen en materialen
  • Er zijn heel veel verschillende voorwerpen en die zijn gemaakt van materialen. 
  • Een aantal voorbeelden van materialen zijn: Boeken, pennen, potloden, flessen en muren. *
  • Deze zijn gemaakt van: papier, kunststof, hout, glas of baksteen.

Slide 9 - Slide

Een stof is waarvan iets gemaakt is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Een stof kan maar één eigenschap hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Metalen
  • Wat zijn voorbeelden van metalen?
  • Waarom worden metalen veel gebruikt?

Slide 12 - Slide

Een voorbeeldje
  • Welke metaal is dit?
  • Waarom wordt dit metaal
      gebruikt? 

Slide 13 - Slide

Een voorbeeldje
  • Welke metaal is dit?
  • Waarom wordt dit metaal
      gebruikt? 

Slide 14 - Slide

Wat is licht, buigzaam en stevig
A
Materiaal
B
Stoffen
C
Metaal
D
Kunststof

Slide 15 - Quiz

Aan de slag!

Paragraaf 2.1 
Opdracht 1, 3, 5, 7, 9 en 11.
Je mag samenwerken!
rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Welke vraag vond je lastig?
Dan gaan we die nabespreken

Slide 17 - Mind map

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 18 - Mind map

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 19 - Mind map

Onthoud
Een stof is waarvan iets is gemaakt.

Een materiaal is een stof waarvan je een voorwerp kunt maken.
Een voorwerp is een ding dat je kunt gebruiken.

Voorbeelden van materialen zijn: glas, steen, papier, hout en kunststof.
Metalen worden veel gebruikt, omdat ze stevig zijn. Je kunt ze goed buigen, zagen en boren.


Slide 20 - Slide

Leerdoelencheck:
2.1.1 Je kunt beschrijven wat een stof is.
2.1.2 Je kunt voorbeelden noemen van stoffen.
2.1.3 Je kunt beschrijven wat voorwerpen en materialen zijn.
2.1.4 Je kunt voorbeelden noemen van materialen.
2.1.5 Je kunt uitleggen waarom metalen veel gebruikt worden.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 21 - Quiz

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
Zet in je Planner!

1. Maak de opdrachten af van paragraaf 2.1:  1, 3, 5, 7, 9 en 11.

Dank je wel voor je aandacht.


Slide 22 - Slide