basisvaardigheden

Basisvaardigheden
De nieuwste hype in het onderwijs?
of
Een serieuze opdracht voor iedere docent?
1 / 35
next
Slide 1: Slide
InformatievaardighedenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Basisvaardigheden
De nieuwste hype in het onderwijs?
of
Een serieuze opdracht voor iedere docent?

Slide 1 - Slide

Inspectiekader OP0
Basiskwaliteit
De school heeft voor het onderwijs in de basisvaardigheden 
Nederlandse taal (mondelinge taalvaardigheid, lezen, schrijven, begrippenlijst en taalverzorging), 
rekenen/wiskunde (getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, en verbanden) en 
burgerschap een doelgericht en samenhangend curriculum dat past bij de leerlingenpopulatie van de school. 

Slide 2 - Slide

OP0 - taal en rekenen
Voor Nederlandse taal en rekenen/wiskunde is de inhoud van het curriculum ten minste dekkend voor de kerndoelen en werkt het toe naar de referentieniveaus. 
Het curriculum kent een logisch doorlopende opbouw van doelen en bereidt leerlingen voor op de volgende leerjaren, het vervolgonderwijs, de arbeidsmarkt en de samenleving. 
De uitvoering van het curriculum is herkenbaar in de onderwijspraktijk.

Slide 3 - Slide

Welke schrijfwijze is correct?
A
sliptong
B
slibtong

Slide 4 - Quiz

Welk woordsoort is het woord 'elkaar' in de zin:
''Ze hebben elkaar gisteren gezien''?
A
wederkerend voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
wederkerig voornaamwoord

Slide 5 - Quiz

Wat is de correcte schrijfwijze?
A
polshoogte nemen
B
poolshoogte nemen

Slide 6 - Quiz

Het niet-bestaande woord 'optelefoneren' is een verhaspeling van de woorden 'opbellen' en 'telefoneren'. Hoe noem je zo'n stijlfout?
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
foutieve samentrekking

Slide 7 - Quiz

Vraag: Hebben we te maken met een naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde?

Gisteren is de kamer helemaal behangen.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 8 - Quiz

Basisvaardighedenbeleid Aeres
Om te zorgen dat leerlingen en studenten voldoende basisvaardigheden opdoen en in staat zijn het geleerde in praktijk te brengen, te oefenen en te onderhouden, dienen de basisvaardigheden in praktische situaties én vakoverstijgend aangeboden te worden. Dit zijn situatie die zowel te maken
hebben met beroep, het dagelijks leven (burgerschap) en met doorstroom VMBO-MBO.

Slide 9 - Slide

Ambities - leerlingen
  • De leerling oefent gedurende zijn opleiding met basisvaardigheden in diverse leersituaties.
  • De leerling kan de transfer maken van basisvaardigheden strategieën, zodat hij ook opdrachten
binnen andere situaties kan uitwerken.

Slide 10 - Slide

Ambities - school
  • Basisvaardigheden heeft een structurele plaats binnen het beleid van de school en wordt vakoverstijgend opgenomen in het locatieplan.
  • In de basis zijn de generieke vakken in de lessentabel opgenomen op alle niveaus en in alle studiejaren.
  •  Binnen de jaartaak wordt ook gesteld dat elke docent 1% van zijn tijd bij een fulltime aanstelling(bij parttime naar rato) moet besteden aan het opnemen van basisvaardigheden in zijn curriculum.

Slide 11 - Slide

Ambities - medewerkers
  • Medewerkers zijn zich bewust van hun rol bij het versterken van basisvaardigheid en zij handelen daarnaar.
  • Binnen Aeres worden medewerkers geschoold om bekwaam en adequaat het onderwijsaanbod te verzorgen bij de verschillende domeinen binnen de basisvaardigheden.

Slide 12 - Slide

Rekenen/wiskunde
Een voldoende mate van gecijferdheid is een belangrijke voorwaarde om te kunnen deelnemen aan de maatschappij. Met de basisvaardigheden van rekenen kunnen leerlingen zich daarnaast verder ontwikkelen in rekenen en wiskunde, in andere vakken en in het vervolgonderwijs.
(Basisvaardighedenbeleid Aeres) 

Slide 13 - Slide

Er zijn 39 docenten die in een team werken.
Er zijn 8 docenten die basisvaardigheden geven.

Hoeveel % van de docenten geeft het vak basisvaardigheden?
Rond af op hele procenten!
A
3 %
B
20 %
C
21 %
D
4 %

Slide 14 - Quiz

Ruud gaat met 4 vrienden wat drinken.
Hij verdeelt een fles van 1000 ml wijn over alle glazen.

Hoeveel dl wijn krijgt iedereen?
A
200
B
2
C
250
D
2,5

Slide 15 - Quiz

Een terras is 12 meter breed en 18 meter lang.
Het terras wordt gelegd met tegels van 40 cm breed en 40 cm lang.

Hoeveel tegels zijn er nodig?

Een terras is 12 meter breed en 18 meter lang.
Het terras wordt gelegd met tegels van 40 cm breed 
en 40 cm lang.
Hoeveel tegels zijn er nodig?

A
1950
B
1350
C
975
D
375

Slide 16 - Quiz

Michiel gaat zijn border aanvullen met tuinaarde.
De afmeting van de border is 7 meter lang en 2 meter breed.
Hij heeft een laagje van 30 cm nodig.

Hoeveel m³ tuinaarde heeft hij nodig?
Michiel gaat zijn border aanvullen met tuinaarde.
De afmeting van de border is 7 meter lang en 2 meter breed.
Hij heeft een laagje van 30 cm nodig.
Hoeveel m³ tuinaarde heeft hij nodig?

A
4,2
B
4,5
C
42
D
45

Slide 17 - Quiz

Petra en Rianne gaan een muur in hun kantoor schilderen in kikkergroen. De afmeting van de muur is 4 meter breed en 3 meter hoog. Met een blik verf kun je 2,3 m² schilderen.

Hoeveel blikken verf hebben zij nodig?
Petra en Rianne gaan een muur in hun kantoor schilderen in kikkergroen. De afmeting van de muur is 4 meter breed en 3 meter hoog. Met een blik verf kun je 2,3 m² schilderen.

Hoeveel blikken verf hebben zij nodig?
A
8
B
7
C
6
D
5

Slide 18 - Quiz

Burgerschap (OP0)
Burgerschap richt zich ten minste op bevordering van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en de kennis, houdingen en vaardigheden die daarbij van belang zijn. 
Dat geldt evenzo voor de sociale en maatschappelijke competenties die nodig zijn in de pluriforme democratische samenleving, en de kerndoelen die daaraan gerelateerd zijn.

Slide 19 - Slide

Burgerschap (schoolvisie)
De school is een mini-maatschappij en daarom een geschikte oefenplaats om een aantal belangrijke competenties en specifiek gedrag te oefenen. Dit geldt voor alle kinderen die op school zitten, zoals bijvoorbeeld Lindsay.



Slide 20 - Slide

Burgerschap
Als Lindsay van school komt, is zij door haar school zo goed mogelijk voorbereid op de complexe samenleving en is een wereldburger in spe.

Slide 21 - Slide

Burgerschap
Zij heeft leren nadenken over wie zij is en wat zij belangrijk vindt. Zij heeft geleerd zelfstandig een mening te vormen en die duidelijk te maken, zonder anderen te kwetsen. Zij ziet dat een meningsverschil leerzaam is en niet tot een conflict hoeft te leiden. En als er toch een conflict ontstaat weet zij hoe zij daarmee om kan gaan.

Slide 22 - Slide

Burgerschap
Lindsay heeft een open houding tegenover andere mensen en kan op een positief kritische en respectvolle manier omgaan met culturele en religieuze verschillen. Zij heeft geleerd om een positieve bijdrage te leveren aan de democratische samenleving kent daarin haar eigen verantwoordelijkheid.

Slide 23 - Slide

Burgerschap
Lindsay heeft leren reflecteren op haar eigen handelen waarmee zij de tools in handen heeft om een leven lang te blijven leren.
 

Slide 24 - Slide


In welk jaar kwam de oorspronkelijke wet over het burgerschapsonderwijs?
A
2005
B
2006
C
2007
D
2008

Slide 25 - Quiz


Waarom bedacht de overheid de wet over het burgerschapsonderwijs?
A
Door het wegvallen van de kerk uit de samenleving.
B
Doordat er nergens anders over normen en waarden werd gesproken.
C
Omdat er veel criminaliteit opkwam onder de jeugd.
D
Om jongeren voor te bereiden op deelname aan de samenleving.

Slide 26 - Quiz


De school is een oefenplaats voor het burgerschap.
Waar op school oefenen leerlingen met het burgerschap?
A
Bij maatschappijleer en LFB.
B
Bij wiskunde, Duits en LOB.
C
Bij gym, muziek en nask.
D
Overal in de school, zelfs op het toilet.

Slide 27 - Quiz


Wie bracht er voor 2006 de leerlingen kennis en respect bij over de basiswaarden van de samenleving?
A
Het gezin
B
De kerk
C
Docenten burgerschap
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 28 - Quiz

Welk kerndoel van het burgerschap herken jij het meest in de volgende zin:

Lindsay heeft een open houding tegenover andere mensen en kan op een positief-kritische en respectvolle manier omgaan met verschillen. Zij levert zo een positieve bijdrage aan de democratische samenleving.
A
vrijheid en gelijkheid
B
macht en inspraak
C
democratie
D
identiteit

Slide 29 - Quiz

Digitale geletterdheid
Bij digitale geletterdheid gaat het om het verwerven van kennis over digitale technologie, het kritisch en (zelf)bewust gebruiken van de mogelijkheden van digitale technologie en het inschatten van kansen en risico’s die het met zich meebrengt.
(Basisvaardighedenbeleid Aeres)

Slide 30 - Slide

Als je reageert op een mail die is verstuurd naar Personeel Allen, op welke knop moet je dan drukken?
A
beantwoorden
B
Allen beantwoorden
C
doorsturen
D
verwijderen

Slide 31 - Quiz

Je gaat even weg bij je laptop, bijvoorbeeld om koffie te halen, met welke toets combinatie vergrendel jij je scherm?
A
Alt + f4
B
Ctrl + Alt + Delete
C
Windows + L
D
Alt + Tab

Slide 32 - Quiz

Basisvaardigst...

Slide 33 - Slide

En nu...
taalbeleid - rekenbeleid - beleid burgerschap
coördinator basisvaardigheden
locatieplan 2024-2025

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide