V4 - TH5 - ecologie - BS1

thema 5 - ecologie
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

thema 5 - ecologie

Slide 1 - Slide

thema 5 - ecologie
BS 1 Ecologie op alle organisatieniveau's

Slide 2 - Slide

Leerdoelen BS 1
Na deze BS kun je:
  • uitleggen dat organisatieniveau's binnen de ecologie hun eigen emergente eigenschappen hebben. 
  • biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen. 

Slide 3 - Slide

Begrippen BS1
ecologie 
environmental DNA
ecogenomica
levensgemeenschap
biotische en abiotische factoren
soortensamenstelling 
ecosysteem
biosfeer
systeem aarde

Slide 4 - Slide

ecologie 
de wetenschap waarbij de wisselwerking tussen organismen en hun omgeving wordt bestudeerd 

Slide 5 - Slide

ecologisch onderzoek
vindt plaats op verschillende 
organisatie niveaus zoals 
  • organisme
  • populatie
  • ecosysteem 

Slide 6 - Slide

ecogenomica
gebruikt environmental DNA (eDNA) in de omgeving om de dier en planten soorten in een gebied te onderscheiden



organisatieniveau: molecuul

Slide 7 - Slide

populatieonderzoek
hierbij onderzoekt een ecoloog op mens, dier of plant: 
het effect van temperatuurveranderingen, hartslagfrequentie, voedselbeschikbaarheid



organisatieniveau: weefsels, organen en organismen

Slide 8 - Slide

levensgemeenschap
hierin worden meerdere populaties in een bepaald gebied onderzocht: 
  • hoe gaan ze met elkaar om? 
  • concurreren ze? 
  • leven ze samen ?
  • leven ze naast elkaar? 

Slide 9 - Slide

biotische en abiotische factoren
beide hebben invloed op een levensgemeenschap 

= niet levend
= levend

Slide 10 - Slide

ecosysteem
dit is een begrenst gebied waarin biotische en abiotische factoren een wisselwerking hebben
(thema 1) 
  • systeem aarde/
biosfeer
  • ecosysteem
  • populatie

Slide 11 - Slide

emergente eigenschappen
eigenschappen die specifiek zijn voor een populatie op een bepaald organisatieniveau 

Slide 12 - Slide

emergente eigenschappen

Slide 13 - Slide

Wat is het kleinste organisatieniveau in de biologie?
A
organel
B
organisme
C
weefsel
D
molecuul

Slide 14 - Quiz

Wat is het grootste organisatieniveau in de biologie?
A
populatie
B
organisme
C
biosfeer
D
ecosysteem

Slide 15 - Quiz

Je hebt je been gebroken. Op welk organisatieniveau bevindt zich deze aandoening?
A
cel
B
weefsel
C
orgaan
D
orgaanstelsel

Slide 16 - Quiz

Na het organisatieniveau populatie komt ...
A
Organisme
B
Levensgemeenschap
C
Ecosysteem
D
Orgaan

Slide 17 - Quiz

Op welk organisatieniveau wordt predatie waarneembaar?
A
organisme
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 18 - Quiz

Het organisatieniveau wat de
afbeelding laat zien is......?
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 19 - Quiz

Het organisatieniveau wat de
afbeelding laat zien is......?
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 20 - Quiz

Het in kaart brengen van DNA-sporen van organismen in een sloot is een voorbeeld van onderzoek op het organisatieniveau van:
A
populatie
B
levensgemeenschap
C
molecuul
D
ecosysteem

Slide 21 - Quiz

Op welk organisatieniveau bevindt de volgende onderzoeksvraag zich?
Bij hoeveelheid neerslag per dag overlijdt een boterbloempje?
A
Organisatie niveau Orgaan
B
Organisatie niveau Organismen
C
Organisatie niveau populatie
D
Organisatie niveau Levensgemeenschap

Slide 22 - Quiz

opdrachten BS1
basis: 1/ 3 / 4 / 5
verdieping: 2 / 6 / 7

Slide 23 - Slide