Bebrijpend lezen Les 1

Begrijpend lezen Les 1
Verkennend lezen
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Begrijpend lezen Les 1
Verkennend lezen

Slide 1 - Slide

Doel
-Je weet de stappen van verkennend lezen
-Je weet wat oriënterend lezen is.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Verkennend lezen

Slide 4 - Slide

Welke manieren van lezen ken jij?

Slide 5 - Open question


Wat moet je NIET doen
bij verkennend lezen?
A
Je leest de titel en deeltitels
B
Je leest alle zinnen nauwkeurig.
C
Je kijkt naar de plaatjes
D
Je leest de eerste en de laatste alinea

Slide 6 - Quiz

Verkennend lezen is:
A
Kijken naar de tekst (plaatjes, tussenkopjes, titel, opvallende woorden, bron).
B
Je leest de tekst helemaal door van begin tot eind.
C
Je kijkt alleen naar het stukje tekst dat past bij de vraag.

Slide 7 - Quiz

Waarom is het handig om het stappenplan Verkennend lezen te gebruiken?
verkennend lezen
A
Je kunt snel een tekst leren kennen
B
Je weet dan precies wat er in de tekst staat
C
Je kunt dan zien of je de tekst verder wilt lezen

Slide 8 - Quiz


Bij verkennend lezen...
A
...probeer je de tekst te begrijpen en wil je precies weten wat erin staat.
B
...probeer je een eerste indruk van de tekst te krijgen.
C
...probeer je de tekst uit je hoofd te leren.
D
...probeer je in de tekst te vinden wat je zoekt.

Slide 9 - Quiz

Deze vraag stel je wel bij verkennend lezen.
Deze vraag stel je niet bij verkennend lezen.
Wat is het onderwerp waarschijnlijk?
Wat is het tekstdoel?
Wat betekent dit moeilijke woord?
Wat is het belangrijkste wat wordt gezegd over het onderwerp?
Wat voor soort tekst is het?

Slide 10 - Drag question

Verkennend lezen
Zoekend lezen
Nauwkeurig lezen
Een tekst bekijken
Antwoord op de vraag
Helemaal

Slide 11 - Drag question

Deze vraag stel je wel bij verkennend lezen.
Deze vraag stel je niet bij verkennend lezen.
Wat denk je dat het onderwerp is?
Wat is het tekstdoel?
Wat betekent dit moeilijke woord?
Wat is het belangrijkste wat wordt gezegd over het onderwerp?
Wat voor soort tekst is het?

Slide 12 - Drag question


Welke manier van lezen gebruik je? 
verkennend lezen
precies lezen
Je leest een recept om een taart te bakken.
Je bekijkt de voor- en achterkant van een boek om te bepalen of je het gaat kopen.

Slide 13 - Drag question

intensief lezen
Zoekend lezen
verkennend Lezen
Je zoekt naar informatie.
Je kijkt snel waar de tekst over gaat.
Je wilt begrijpen waar de tekst over gaat.

Slide 14 - Drag question

Oriënterend lezen
Ik ben benieuwd waar de tekst over gaat. Wat gaat de schrijver mij vertellen?
Ik word enthousiast om de tekst te gaan lezen.
Ik wil van tevoren bedenken wat ik al weet en waar de tekst over zou kunnen gaan, zodat ik de tekst makkelijker kan lezen en begrijpen.

Slide 15 - Slide

Ik lees de titel en de kopjes en kijk naar de plaatjes. Ik lees ook het onderschrift bij de plaatjes.
Ik denk aan wat ik al weet.
Ik bedenk wat de titel, de kopjes en de plaatjes met elkaar te maken hebben.
Nu doe ik een voorspelling over de stukjes tekst.
 Dus ik denk dat dit stukje tekst mij gaat vertellen...
Heb ik alle kopjes en plaatjes gezien? Dan bedenk ik wat de hele tekst mij gaat vertellen.
Als ik een kopje niet begrijp, dan ga ik dat stukje heel precies lezen.
Tijdens het lezen let ik erop of mijn voorspelling klopte.

Slide 16 - Slide