Vrijdag 15 nov Verkennend lezen blok 2
1 / 22
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
0
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Wat moet je NIET doen bij verkennend lezen?
A
Je leest de titel en deeltitels
B
Je leest alle zinnen nauwkeurig.
C
Je kijkt naar de plaatjes
D
Je leest de eerste en de laatste alinea
Slide 8 - Quiz
Wat moet je NIET doen
bij verkennend lezen?
bij verkennend lezen?
A
Je leest de titel en deeltitels
B
Je leest alle zinnen nauwkeurig.
C
Je kijkt naar de plaatjes
D
Je leest de eerste en de laatste alinea
Slide 9 - Quiz
Verkennend lezen is:
A
Kijken naar de tekst (plaatjes, tussenkopjes, titel, opvallende woorden, bron).
B
Je leest de tekst helemaal door van begin tot eind.
C
Je kijkt alleen naar het stukje tekst dat past bij de vraag.
Slide 10 - Quiz
Waarom is het handig om het stappenplan Verkennend lezen te gebruiken?
verkennend lezen
A
Je kunt snel een tekst leren kennen
B
Je weet dan precies wat er in de tekst staat
C
Je kunt dan zien of je de tekst verder wilt lezen
Slide 11 - Quiz
Bij verkennend lezen...
A
...probeer je de tekst te begrijpen en wil je precies weten wat erin staat.
B
...probeer je een eerste indruk van de tekst te krijgen.
C
...probeer je de tekst uit je hoofd te leren.
D
...probeer je in de tekst te vinden wat je zoekt.
Slide 12 - Quiz
Deze vraag stel je wel bij verkennend lezen.
Deze vraag stel je niet bij verkennend lezen.
Wat is het onderwerp waarschijnlijk?
Wat is het tekstdoel?
Wat betekent dit moeilijke woord?
Wat is het belangrijkste wat wordt gezegd over het onderwerp?
Wat voor soort tekst is het?
Slide 13 - Drag question
verkennend lezen
globaal lezen
zoekend lezen
intensief lezen
ik zoek informatie op
ik weet nu de hoofdgedachte
ik lees de inleiding
ik weet nu het onderwerp
Slide 14 - Drag question
Verkennend lezen
Zoekend lezen
Nauwkeurig lezen
Een tekst bekijken
Antwoord op de vraag
Helemaal
Slide 15 - Drag question
Deze vraag stel je wel bij verkennend lezen.
Deze vraag stel je niet bij verkennend lezen.
Wat denk je dat het onderwerp is?
Wat is het tekstdoel?
Wat betekent dit moeilijke woord?
Wat is het belangrijkste wat wordt gezegd over het onderwerp?
Wat voor soort tekst is het?
Slide 16 - Drag question
Welke manier van lezen gebruik je?
verkennend lezen
precies lezen
Je leest een recept om een taart te bakken.
Je bekijkt de voor- en achterkant van een boek om te bepalen of je het gaat kopen.
Slide 17 - Drag question
De tekst leren
De tekst helemaal begrijpen
Nagaan waar de tekst over gaat (eerste indruk)
Nauwkeurig lezen
Studerend lezen
Verkennend lezen
Slide 18 - Drag question
Inhoudsopgave
Sprookje
Boek
Samenvatting
Nieuwsoverzicht
Handleiding
Recept
Verkennend lezen
Zoekend lezen
Intensief lezen
Lerend lezen
Slide 19 - Drag question
intensief lezen
Zoekend lezen
verkennend Lezen
Je zoekt naar informatie.
Je kijkt snel waar de tekst over gaat.
Je wilt begrijpen waar de tekst over gaat.
Slide 20 - Drag question
Intensief lezen
Globaal lezen
Verkennend lezen
Onderwerp en tekstsoort
Belangrijke informatie scannen
(eerste en laatste zin van alinea's, titel, plaatjes etc.
(eerste en laatste zin van alinea's, titel, plaatjes etc.
Wat staat er precies?
