2024 week 22 april (apprendre 7 en 9, la prononciation)

Voorbeeld vlog
1 / 38
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voorbeeld vlog

Slide 1 - Slide

  • les devoirs: apprendre 6
  • apprendre 7 en 9 zinnen maken
  • la prononciation
  • zelfstandig werken aan taaltaak 2
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik met behulp van apprendre 7 en 9 nieuwe zinnen maken voor mijn taaltaak
  • heb ik gewerkt aan mijn uitspraak

Slide 2 - Slide

Dictee: pak je schrift
- ik lees 5 korte zinnen voor in het Frans
- jullie schrijven ze op in het Frans
- hoeveel heb je goed? Wat betekenen de zinnen?

Slide 3 - Slide

zin 1: dictee
Je connais le restaurant


Slide 4 - Slide

zin 2: dictee
C'est fait avec du poulet

Slide 5 - Slide

zin 3: dictee
C'est délicieux

Slide 6 - Slide

zin 4: dictee
Volontiers

Slide 7 - Slide

zin 5: dictee
Hier soir ou ce soir?

Slide 8 - Slide

Prononciaton et phrases
Neem voor je: blz 74-75 - apprendre 9


Ik maak gebruik van (gedeeltes van) de ‘phrases’ bij de apprendres uit elke unité


Slide 9 - Slide

La prononciation
apprendre 7

Veel zinnen kun je gebruiken voor je vlog!

Slide 10 - Slide

Wat heeft u te drinken? (boire)

Slide 11 - Open question

Schrijf boire op bij zin 1 - apprendre 7

Slide 12 - Slide

Ik wil graag de tosti

Slide 13 - Open question

Markeer / schrijf op!
Markeer: Je voudrais bij zin 2. Markeer bij zin 4: je prends

Tip: wissel deze werkwoorden af

Schrijf op: Qu'est-ce que vous voulez/prenez?

Slide 14 - Slide

Zin 6: Ça fait combien?
Vertaal: 18 euro, alstublieft

Slide 15 - Open question

Hoe vertaal je: het is erg lekker

Slide 16 - Open question

Hoe zeg je: bij het ontbijt

Slide 17 - Open question

Hoe zeg je: bij de lunch

Slide 18 - Open question

Hoe zeg je: ik drink een glas appelsap
(appelsap: apprendre 4, 3e woord)

Slide 19 - Open question

Vertaal nu de antwoorden bij 2 en 3 van taaltaak 2

qu’est-ce que tu bois au petit-déjeuner ?

Zeg dat je melk drinkt en dat het erg lekker is.
Zeg dat je soms een glas appelsap drinkt.

Slide 20 - Slide

Vertaal nu de antwoorden bij 2 en 3 van taaltaak 2

qu’est-ce que tu bois au petit-déjeuner ?

Je bois du lait et c'est très bron.
Parfois je bois un verre de jus de pomme 

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
feedback taaltaak

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

  • les devoirs: battle apprendre 6
  • wisbordjes herhaling grammatica
  • zelfstandig werken taaltaak
Le but: à la fin de ce cours:
  • beheers ik de grammatica weer iets beter
  • ben ik een stukje verder met mijn vlog/taaltaak

Slide 24 - Slide

Battle apprendre 6

Slide 25 - Slide

Delend lidwoord, de?
du, de la, de l', des
de
Wij nemen een brood
Wij nemen brood 
Wij nemen geen brood

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Wisbordjes - groepen van 4
Vervoeg het werkwoord prendre in de présent
ik neem
jij neemt
hij/zij/men neemt
wij nemen
jullie/u nemen/neemt
zij nemen (x2)

Slide 28 - Slide

Wisbordjes - groepen van 4

Wij nemen water

Slide 29 - Slide

Wisbordjes - groepen van 4

Nous prenons de l'eau

Slide 30 - Slide

Wisbordjes - groepen van 4

Wat neemt u?

Slide 31 - Slide

Wisbordjes - groepen van 4

Wat neemt u?

Qu'est-ce que vous prenez?
Que prenez-vous?

Slide 32 - Slide

Wisbordjes - groepen van 4

Ik neem een sinas

Slide 33 - Slide

Wisbordjes - groepen van 4

Ik neem een sinas

Je prends un orangina

Slide 34 - Slide

Wisbordjes - groepen van 4

Ik neem geen sinas

Slide 35 - Slide

Wisbordjes - groepen van 4

Ik neem geen sinas

Je ne prends pas d'orangina

Slide 36 - Slide

Feedback taaltaak

Slide 37 - Slide

Zelfstandig werken
vlog / taaltaak

Slide 38 - Slide