Je kan de stroomsterkte bepalen in een serie schakeling of een parallel schakeling
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
stroomsterkte in een stroomkring
Doel:
Je kan de stroomsterkte bepalen in een serie schakeling of een parallel schakeling
Slide 1 - Slide
hoe was het ook al weer
stroomsterkte I
Ampère A
Slide 2 - Slide
Stroomsterkte
Hoe meer elektronen door de draad per seconde, hoe hoger de stroomsterkte.
Symbool: I Eenheid: ampère (A)
Slide 3 - Slide
Serie-schakeling ----- Parallel-schakeling
Slide 4 - Slide
Serie? Parallel? Gemengd?
A
serie
B
parallel
C
gemengde schakeling
Slide 5 - Quiz
Serie of parallel?
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling
Slide 6 - Quiz
kies uit: serie/parallel
Hoe moet je een ampèremeter aansluiten?
A
serie
B
parallel
Slide 7 - Quiz
Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel
Slide 8 - Quiz
Apparaten in een huis zijn serie / parallel geschakeld
A
serie
B
parallel
Slide 9 - Quiz
Stroom
De stroomsterkte kun je vergelijken met het aantal auto's dat op een snelweg rijdt en de spanning kun je vergelijken met de vracht die elke auto vervoert.
Stroomsterkte I in A (aantal Auto's)
Spanning U in V (Vracht per auto)
Slide 10 - Slide
Voorbeeldje:
Hier zien we de stroomsterkte en spanning als volgt:
Het aantal vrachtwagens is de stroomsterkte De hoeveelheid benzine in de auto's is de spanning.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Stroomsterkte in Serieschakeling
Stroomsterkte in Parallelschakeling
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Wat is de totale stroomsterkte in deze schakeling?
A
800mA
B
1,6 mA
C
1600 A
D
1,6 A
Slide 16 - Quiz
Op welk(e) punt(en) in deze schakeling is de stroomsterkte het grootst?
A
Door lampje 1
B
Door lampje 2
C
Door lampje 3
D
Door lampje 4
Slide 17 - Quiz
In de schakeling hiernaast is op twee plaatsen de stroomsterkte gemeten. De meetresultaten staan bij de schakeling vermeld. Hoe groot is de stroomsterkte in punt A?
A
0,4 A
B
0,6 A
C
1,0 A
D
1,6 A
Slide 18 - Quiz
Wat weet je over de stroomsterkte in een serie schakeling
A
Deze is overal gelijk
B
Deze wordt verdeeld over de componenten
Slide 19 - Quiz
Hoe bepaal je de stroomsterkte in een serie schakeling?
A
Utot=U1+U2+U3
B
Utot=U1=U2
C
Itot=I1+I2+I3
D
Itot=I1=I2
Slide 20 - Quiz
In welke schakeling moet je de stroomsterkte NIET bij elkaar optellen?