Biologie hm1 thema 2.4 Cellen

2.4 Cellen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.4 Cellen

Slide 1 - Slide

Doel les
Kennismaken met de verschillende soorten cellen en onderdelen. 
Aan het einde van de les weten we dan welke cellen er zijn en welke onderdelen daar in zitten.

Slide 2 - Slide

Inleiding
Je lichaam bestaat uit miljarden cellen.
Al die cellen zijn ontstaan uit één cel.

Slide 3 - Slide

Cellen
Organismen bestaan uit cellen.
Als je groeit krijg je steeds meer cellen!

Slide 4 - Slide

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Er zijn veel verschillende cellen.

Slide 5 - Slide

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.
Cellen zien er niet allemaal hetzelfde uit. 

Slide 6 - Slide

Celorganellen 
  • Cellen zijn opgebouwd uit organellen.
  • Deze organellen kan je vergelijken met de organen in je eigen lichaam.
  • Alle organellen hebben een functie met als doel om de cel in leven te houden.

Bladgroenkorrel
Mitochondrium

Slide 7 - Slide

Celorganellen

Niet elke cel heeft dezelfde celorganellen.

Slide 8 - Slide

Bladgroenkorrels
Vacuole

Slide 9 - Slide

Dierlijke cel met celorganellen

Slide 10 - Slide

celorganellen

Slide 11 - Slide

Celwand
Stevige laag tussencelstof aan de buitenkant van het celmembraan
--> zorgt voor stevigheid!
celwand

Slide 12 - Slide

Celmembraan
Dit is de "douane" van de cel. 

Het celmembraan beslist wat er in en en uit de cel mag.

Het celmembraan houdt de cel bij elkaar.

celmembraan

Slide 13 - Slide

Cytoplasma: In het cytoplasma zijn allerlei stoffen opgelost die nodig zijn voor processen in de cel

Slide 14 - Slide

Cytoplasma
 Een stroperige vloeistof die bestaat uit water met allerlei opgeloste stoffen. Iedere cel heeft cytoplasma.
- Er vindt verbrandingplaats in het cytoplasma. 
- In het cytoplasma kunnen alleen bij planten bladgroenkorrels voorkomen. 

Slide 15 - Slide

Celkern
Elke dierlijke en plantaardige cel heeft een celkern.

Op de afbeelding hiernaast zie je een dierlijke cel en hierop is de celkern heel goed te zien.

Slide 16 - Slide

Celkern
Celkern bestaat uit kernplasma
Omgeven door kernmembraan

Regelcentrum v d cel

Slide 17 - Slide

Celkern
Iedere cel in je lichaam heeft een celkern.

In de celkern zit belangrijke erfelijke informatie opgeslagen. 


Slide 18 - Slide

Vacuole
Dit is een"blaasje" gevuld met vocht.
Samen met de celwand zorgt de vacuole voor stevigheid

Slide 19 - Slide

Plastiden
Plastide  = korrel
  • Bladgroenkorrels
  • Kleurstofkorrels
  • Zetmeelkorrels


Slide 20 - Slide

Plastiden

Slide 21 - Slide

Plastiden kunnen overgaan ander type 
  • Plastiden kunnen van het ene type overgaan in het andere type plastide.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Je ziet hiernaast twee cellen. Benoem de cellen
A
1=Schimmel 2=Bacterie
B
1=Schimmel 2=Dier
C
1=Bacterie 2=Schimmel
D
1=Bacterie 2=Dier

Slide 24 - Quiz

Dit zijn cellen uit een blad, kunnen deze cellen aan fotosynthese doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

B4: Onderdelen van cellen die bij dierlijke cellen voor kunnen komen zijn ....
A
... celkern, celmembraan en celwand
B
.... kernplasma, celwand en cytoplasma
C
kernmembraan, celmembraan en cytoplasma
D
celmembraan, celwand en cytoplasma

Slide 26 - Quiz

Zijn cellen van mensen dierlijke cellen?
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quiz

Dierlijke cellen zijn cellen van?
A
planten
B
mensen en dieren

Slide 28 - Quiz


Cellen
timer
0:20
A
zijn in werkelijkheid platte 'dingen'
B
lijken een beetje op een zakje met wat vocht.
C
zijn groter dan organen
D
zijn helemaal lege 'dingen'

Slide 29 - Quiz

Wat voor cellen zijn dit?
A
plantaardige cellen
B
dierlijke cellen
C
schimmel cellen
D
Bacterie cellen

Slide 30 - Quiz

Wat hebben plantaardige cellen dat dierlijke cellen niet hebben?
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
celplasma

Slide 31 - Quiz

Uit hoeveel cellen zijn al je cellen ontstaan?
A
1
B
2
C
10
D
1000

Slide 32 - Quiz

Plantaardige cellen hebben wel een .... en dierlijke cellen niet
A
een celwand
B
celmembraam
C
celkern

Slide 33 - Quiz