Dag 9

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Thema 3  - wonen - dag 9

ver

• op een grote afstand
• afstand in km-m-cm-mm
• tegenstelling: dichtbij 
• zin: Mijn familie woont ver weg.
• zin: De afstand van de school naar het zwembad is 10 km, dat is ver.

58

verhuizen

• in een ander huis gaan wonen
• werkwoord:                                             ik verhuis-wij verhuizen
• zin: Volgende week ga ik naar Amsterdam verhuizen.
• zin: Het meisje verhuist vaak.                            

59

de wc

• het toilet
• meervoud: de wc's
• zin: Het is belangrijk om    de wc schoon te houden. 
• zin: De jongens wc is   alweer niet netjes achtergelaten!

60

de winkel

• Een gebouw waarin je dingen kunt kopen.
• De winkel - De winkels
• Bijvoorbeeld; Supermarkt, Action of kledingwinkel.
• Zin: Als school klaar is ga ik naar de winkel.

61

de woonkamer

• ruimte van het huis die alle    bewoners gebruiken. 
• kamer met de bank,                   televisie, eettafel
• meervoud: de woonkamers
• zin: Wij kijken televisie         in de woonkamer. 

62

zoiets

• voorbeeld
• aanwijzen
• zin: Ik wil een nieuwe jas, ik dacht aan zoiets  
•        <------- ????

63

zwart

• de donkerste kleur die er is
• wit < > zwart
• zin: Ik heb vandaag een zwarte broek aan. 
• zin: Mijn koptelefoon en laptop zijn zwart. 

64

Dag 7

56

Welk land is heel ver weg?

A - Parijs is ver.
B - De wc is ver.
C - Ik ben ver met mijn huiswerk.
D - Hoe ver is mijn huis?

Dag 7

56

1. A - Goed B - Goed C - Goed D - Goed
2. A - Goed B - Fout C - Fout D - Goed
3. A - Goed B - Fout C - Goed D - Goed
4. A - Fout B - Goed C - Goed D - Goed

Maak een zin.
Werkwoord: verhuizen

Dag 8

57

Dag 8

57

Naar welke stad wil jij graag verhuizen?

Wat kan je doen in de wc?

Dag 8

58

1. zitten
2. slapen
3. schoonmaken
4. wachten

A - Ik ga naar de woonkamer om eten te kopen.
B - Ik ga naar de winkel om te liggen.
C - Ik slaap in de wc.
D - Mijn woonkamer is buiten.

Dag 8

59-60

1. A - fout B - fout C - fout D - goed
2. A - fout B - Goed C - Goed D - fout
3. A - fout B - Goed C - fout D - Goed
4. A - fout B - fout C - fout D - fout

A - Liggen is net zoiets als zitten.
B - Slapen is net zoiets als liggen.
C - Lopen is net zoiets als laten.
D - Vakantie is net zoiets als verhuizen.

Dag 8

61

1. A - Fout B - Goed C - goed D - Goed
2. A - Fout B - Goed C - Goed D - Fout
3. A - Fout B - Goed C - Fout D - Fout
4. A - Fout B - Fout C - Fout D - Fout

Welke vier kleuren zie je?

Dag 8

62