Lezen herhaling 4.3 en 5.3 - 2 kgt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Lezen herhaling 

theorie 4.3 en 5.3 - 2 kgt

Lesplanning

- Herhaling theorie lezen 4.3 en 5.3

- Nakijken 5.3, opdr. 18 t/m 23 (blz. 116-119)

- Maak online test jezelf van lezen 4.3 en 5.3.

Lesdoel:
- Je kent de theorie van 4.3 en 5.3.

Wat is het tekstdoel van een leesboek over Harry Potter?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. overtuigen

Wat is het tekstdoel van een boekbespreking?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. overtuigen

Wat is het tekstdoel van een reclame voor nieuwe agenda's??

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. overtuigen

Wat is het tekstdoel van een leestekst in een schoolboek?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. overtuigen

Welke van de vier is GEEN voorbeeld van beeld en opmaak?

1. de keuze van de soort letters
2. de keuze van de kleuren
3. de verdeling van de tekst in alinea's
4. de verdeling van de tekst over de bladzijde

Waar moet je op letten als je wilt weten voor welk leespubliek een tekst is geschreven?

1. afbeelding, aanspreekvorm, bron en taalgebruik
2. afbeelding, bron, taalgebruik en onderwerp
3. aanspreekvorm, bron en onderwerp
4. afbeelding, aanspreekvorm, bron, taalgebruik en onderwerp

Welke zin is meestal de kernzin in een alinea?

1. De eerste zin van een tekst
2. De eerste zin van een alinea
3. De laatste zin van een alinea

Wat is ALTIJD een functie van de inleiding?

1. een vraag stellen
2. een mening geven
3. het onderwerp benoemen
4. de aandacht van de lezer trekken

Als in de inleiding van een tekst een vraag staat, wat staat er dan in het slot van een tekst?

1. samenvatting
2. conclusie
3. antwoord op de vraag uit de inleiding

Als in de inleiding van een tekst de mening van de schrijver staat, wat staat er dan in het slot van een tekst?

1. samenvatting
2. conclusie
3. antwoord op de vraag uit de inleiding

Verband: opsomming

Signaalwoorden: ten eerste, ook, bovendien, daarnaast, verder

Ria houdt van kegelen. Ze houdt ook van Pierre.

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan?

Ik heb geen zin in school. Verder vind ik het jammer dat de vakantie voorbij is.

Verband: tijdsvolgorde

Signaalwoorden: eerste, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl zodra, ten slotte

Max drinkt altijd Rivella voordat hij sport.

Welk signaalwoord geeft een tijdsvolgorde aan?

De leerling moest zijn boeken nog halen, terwijl de les al begonnen was.

Verband: tegenstelling

Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

Gert rijdt paard, maar hij valt er steeds vanaf.

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

De vakantie duurt zes weken. Toch vind ik dat te kort.

Verband: voorbeeld

Signaalwoorden: bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van is, zo, zoals, ter illustratie

In de natuur komen verschillende slangen voor, zoals adders en ratelslangen.

Welk signaalwoord geeft een voorbeeld aan?

Tijdens gym doen we verschillende sporten. Zo voetballen we soms, maar moeten we ook hardlopen en turnen.

Verband: reden

Signaalwoorden: want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk

Leraren moeten geen cijfers meer geven, want cijfers zeggen niet alles over wat een leerling allemaal kan.

Welk signaalwoord geeft een reden aan?

Ik heb geen zin om te fietsen, omdat het regent.

Verband: conclusie

Signaalwoorden: dus, dan ook, kortom

Kortom, huiswerk maken is belangrijk.

Welk signaalwoord geeft een conclusie aan?

Ik ga dan ook zeker elke dag huiswerk maken.

Lesplanning

- Nakijken 5.3, opdr. 18 t/m 23 (blz. 116-119)

- Maak online test jezelf van lezen 4.3 en 5.3.

Toets lezen 4.3 en 5.3: 
2K1/2G1: vrijdag 16 juni                2K2: maandag 19 juni

Lesdoel:
- Je kent de theorie van 4.3 en 5.3.