Geen wonder dat de mensen vroeger dachten dat de zon beweegt en dat de aarde stil staat, want zo zien wij het toch met onze eigen ogen?
Zo zag Aristoteles het meer dan 2000 jaar geleden ook. Het aardse gebied onder de maan noemde hij het ondermaanse en het hemelse gebied daarboven, met zon, maan, vijf planeten en sterren, die eeuw in eeuw uit, in perfecte cirkels rond de aarde draaien, het bovenmaanse. Uit het samenspel van het boven- en ondermaanse is volgens Aristoteles lang geleden de wereld ontstaan en de bovenmaanse wereld met zijn draaiende hemellichamen beïnvloedt het leven op aarde.
Hij beschreef het allemaal in zijn boek “Over de Hemelen.”