Les 1: Middeleeuwen, Discovery Liederen

19 maart
Les 1: Liederen van toen tot nu: Schrijf je eigen lied
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

19 maart
Les 1: Liederen van toen tot nu: Schrijf je eigen lied

Slide 1 - Slide

Wat verwacht jij?

Slide 2 - Mind map

Inhoud van de module
Les 1: Middeleeuwen: rijm en melodie
Les 2: Worksongs, blues en ritme
Les 3: Protestliedjes
Les 4: Rapmuziek
Les 5: Popliedjes, start met je eigen lied
Les 6: Tekstbeleving en melodie, verder schrijven eigen lied
Les 7: Schrijven eigen lied en oefenen
Les 8: De uitvoering: Zing je eigen lied

Slide 3 - Slide

Wat weet je al?

Slide 4 - Slide

Met de middeleeuwen bedoelen we ongeveer de jaren:
A
0-500
B
500-1500
C
1500-1700
D
1700-1900

Slide 5 - Quiz

De drie standen in de middeleeuwen waren:
A
boeren, burgers, buitenlui
B
kerk, kasteel en platteland
C
adel, klerken, burgers
D
geestelijkheid, adel, boeren

Slide 6 - Quiz

Muziek in de middeleeuwen ontstond vooral uit:
A
slavenmuziek
B
klassieke componisten
C
kerkmuziek
D
het volk

Slide 7 - Quiz

Gregoriaanse muziek
De Romeinse liturgie van de Katholieke Kerk is vanaf de 6e eeuw opgeschreven (op verzoek van paus Gregorius 1) en staat bekend als gregoriaanse muziek. 
2 soorten gezang:
* syllabische gezangen hebben slechts 1 toon per lettergreep
* melismatische gezangen hebben meerdere noten op één lettergreep
Luister op de volgende pagina een stukje van de verschillende soorten.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat denk jij?
Luister een stukje naar Mariah Carey en vraag je af: 
Zingt ze vooral syllabisch 
of melismatisch?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Mariah zingt vooral
A
syllabisch
B
melismatisch
C
syllabisch en melismatisch
D
vals

Slide 12 - Quiz

Liederen in de middeleeuwen
Liedjes: teksten om uit je hoofd te leren en te zingen als je vrolijk, droevig of opstandig bent. 
Gezellig: in de middeleeuwen samen emotionele verhalen zingen die iedereen kende. 
Meestal niet opgeschreven: van mond tot mond.
Uitgevoerd door:
Troubadours (Zuid-Frankrijk) en trouvères (het noorden van Frankrijk). Liederen over hoofse liefde, oorlog (b.v. de kruistochten) en hekeldichten.
- De Duitse minnesänger: minneliederen: wat 'stijver' en minder expressief.

- Jongleurs: rondtrekkende professionele speellieden die ook musiceerden. Jongleur in vaste dienst bij adel = minstreel. (spelen muziek van anderen, schrijven niet zelf)
BEKIJK DE VOLGENDE VIDEO EN LET OP HET VERSCHIL TUSSEN HET EGIDIUSLIED EN HET LIED VAN HEER HALEWIJN


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Benoem twee verschillen tussen het lied van Heer Halewijn en het Egidiuslied

Slide 15 - Open question

Tekst

Slide 16 - Slide

Theorie: Eindrijm
soort eindrijm
kenmerk
voorbeelden
mannelijk rijm
de laatste lettergreep rijmt (en heeft klemtoon)
gaan-staan
zoen - doen
vrouwelijk rijm
de laatste 2 lettergrepen rijmen, de klemtoon ligt op de voorlaatste lettergreep
banden - handen
kennen - wennen
onzijdig/glijdend rijm
er rijmen drie lettergrepen, de laatste 2 hebben geen klemtoon
kinderen - hinderen
kegelen - regelen

Slide 17 - Slide

Rijmschema
De woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank. 

Van het eindrijm kun je een rijmschema maken.

Iedereen kent wel eindrijm, denk aan Sinterklaasgedichten!
"De Sint zat te denken
wat hij Jan dit jaar zou schenken."


Slide 18 - Slide

Theorie: alliteratie en assonantie
soort rijm
kenmerk
voorbeelden
eindrijm (3 soorten)
het eind van de zin rijmt
gaan-staan
banden - handen
kinderen - hinderen
alliteratie/beginrijm
woorden uit dezelfde (vers)regel beginnen met dezelfde letter(s)
Titels van Suske en Wiske: het Spaanse spook, de gladde glipper
assonantie/klinkerrijm ook wel middenrijm
rijmwoorden hebben identieke klinkers (wordt ook veel gebruikt in rapteksten)
crazy - baby
En respect had ik allang gepakt, ​niet gekregen dan nam ik het van ze af.

Slide 19 - Slide

Aan de slag!
Analyseer het middeleeuwse 'Lied van heer Halewijn'. De tekst staat in het werkboekje, luister ook het bijbehorende fragment.
Welke rijm ontdek je? Wat betekent de tekst? 

Slide 20 - Slide

Wat heb je deze les geleerd? Noem 2 dingen
Wat ga je gebruiken voor je eigen lied? Noem 1 ding.

Slide 21 - Open question