H2 spelling - leenwoorden en Engelse werkwoorden

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lezen!
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

  • Spelling van leenwoorden
  • Spelling van werkwoorden
  • Spelling van Engelse werkwoorden

Slide 3 - Slide

Wat zijn leenwoorden?

Slide 4 - Mind map

Wat weten jullie over
spelling van leenwoorden
en spelling van
Engelse werkwoorden?

Slide 5 - Mind map

Spelling Engelse leenwoorden
  • Samenstellingen van Engelse woorden? Aan elkaar: latenightshow, voicemail
  • Rechterdeel voorzetsel? Koppelteken: time-out, all-in
  • Woordgroep? Schrijf woorden los: second opinion, low budget

Twijfel? Gebruik het woordenboek!

Slide 6 - Slide

Spelling Franse leenwoorden
  • Sommige woorden behouden accent voor uitspraak: decolleté, crèche, enquête
  • Sommige woorden zonder accent: diner, controle
  • Voelt een woord echt Frans aan? Alle accenttekens blijven staan: déjà vu

Twijfel? Gebruik het woordenboek!

Slide 7 - Slide

Oefenen
Oefening spelling leenwoorden in Lessonup

Slide 8 - Slide

Welk woord is verkeerd gespeld?
A
crème fraîche
B
barrière
C
skate-board
D
enquête

Slide 9 - Quiz

Welk woord is verkeerd gespeld?
A
layout
B
snowboard
C
soapserie
D
lay-out

Slide 10 - Quiz

Welk woord is verkeerd gespeld?
A
crème
B
cliché
C
caissière
D
amperé

Slide 11 - Quiz

Welk woord is verkeerd gespeld?
A
café
B
makeup
C
boxershort
D
bootcamp

Slide 12 - Quiz

Het spellen van leenwoorden dat vind ik...
... makkelijk
... een beetje makkelijk
... soms best lastig
... moeilijk

Slide 13 - Poll

Werkwoordspelling
Wat is hier fout?

Slide 14 - Slide



Hoe zit het ook alweer met werkwoordspelling?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video





=> Verleden tijd: 't (e)x-f(o)ksch(aa)p (of 't kofschip)

Slide 17 - Slide

Oefenen
Oefenen werkwoordspelling...

Slide 18 - Slide

Ik ... (bevinden) mij momenteel in een lastige situatie.
A
bevind
B
bevindt

Slide 19 - Quiz

Je ... (verraden) toch zeker je spiekende klasgenoot niet?
A
verraad
B
verraadt

Slide 20 - Quiz

In de tuin van de buren ... (bespieden) de kat de vogels.
A
bespiedt
B
bespied

Slide 21 - Quiz

Normaal gesproken ... (vergoeden) de verzekering de inbraakschade.
A
vergoedt
B
vergoed

Slide 22 - Quiz

Spelling Engelse werkwoorden

Slide 23 - Slide

Voorbeelden
  1. Chillen: ik chil, hij chilt, zij childe, jullie hebben gechild
  2. Crossen: ik cros, zij crost, wij crosten, zij hebben gecrost
  3. Relaxen: ik relax, jij relaxt, hij relaxte, zij heeft gerelaxt
  4. Snookeren: ik snooker, hij snookert, jullie snookerden, ik heb gesnookerd
  5. Timen: ik time, hij timet, zij timede, jullie hebben getimed
  6. Appen: ik app, hij appt, zij appte, jullie hebben geappt

Slide 24 - Slide

Oefenen
Aan de slag...

Slide 25 - Slide

De post op Facebook werd door vele anderen .... (liken)

Slide 26 - Open question

De leraar ... (streamen) gisteren de les vanaf zijn huis.

Slide 27 - Open question

Ik ben altijd een beetje ... (stressen) als ik een toets krijg.

Slide 28 - Open question

Stiekem ... (downloaden) Luuk jarenlang misdaadfilms.

Slide 29 - Open question

Vincent ... (zappen) bij elke reclame naar een andere zender.

Slide 30 - Open question

Kiki ... (appen) haar vriendin dat ze wat later komt.

Slide 31 - Open question

Ik beheers spelling van leenwoorden en spelling Engelse werkwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Slide

Nu maken
H2 spelling leenwoorden: startopdracht + 1 t/m 3 + 8
H2 spelling Engelse werkwoorden: startopdracht + 1 t/m 4 + 8

Slide 34 - Slide