H4 Thema 1+2 voorbereiding TW1

Havo 4 Thema 1 en 2
Voorbereiding TW1
1 / 51
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Havo 4 Thema 1 en 2
Voorbereiding TW1

Slide 1 - Slide

Hoe was je vakantie?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 2 - Poll

Hoe goed ben je voorbereid op de toetsweek?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 3 - Poll

Hoeveel vertrouwen heb je erin dat je een voldoende gaat halen voor Biologie?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 4 - Poll

Welk cijfer zou je halen als op dit moment de toets wordt afgenomen?
110

Slide 5 - Poll

Met welk cijfer zou je tevreden zijn?
-110

Slide 6 - Poll

Zet op volgorde van groot naar klein:
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cel
Organisme
Organel
Molecuul

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Welke organellen komen voor bij elke cel (dierlijk, plantaardig, schimmels en bacteriΓ«n)
A
Celmembraan en cytoplasma
B
Celmembraan, celkern en cytoplasma
C
Celmembraan, celkern , ribosomen en cytoplasma
D
Celmembraan, celkern , mitochondrien en cytoplasma

Slide 9 - Quiz

Hoe heet deel 4?
A
Vacuole
B
Cytoplasma
C
Celkern
D
Celmembraan

Slide 10 - Quiz

Wat is nummer 6?
A
celkern
B
celmembraan
C
celwand
D
vacuole

Slide 11 - Quiz

Eiwitten maken is een functie van.....
A
Ribosomen
B
Ruw ER
C
Glad ER
D
Golgi-apparaat

Slide 12 - Quiz

Welk organel komt niet voor bij een bacterie en wel bij een dierlijke cel?
A
celwand
B
celkern
C
celmembraan
D
cytoplasma

Slide 13 - Quiz

Sleep functie naar het juiste organel
Celkern
Cytoplasma
Celmembraan
Vacuole
Mitochondrium
Stroperige vloeistof waarin celorganellen liggen
Bepaalt welke stoffen de cel in en uit mogen
Regelt wat er in de cel gebeurt
Met vocht gevuld blaasje dat stevigheid geeft aan de cel
Zorgt voor energie

Slide 14 - Drag question

Sleep de organellen naar de juiste functie.
Transportsysteem
Levert energie
Breekt stoffen af
Maakt eiwitten
Bevat chromosomen
Celkern
Ribosomen
Lysosoom
MitochondriΓ«n
ER
Golgi-systeem

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Osmose: (A) beweegt altijd naar de plek met de (B) opgeloste stoffen.
A
A: water B: meest
B
A: water B: minste
C
A: opgeloste stoffen B: meeste
D
A: opgeloste stoffen B: minste

Slide 17 - Quiz

Bij osmose gaat het water transport in de richting van de ... concentratie zoutdeeltjes

A
Hoogste
B
Laagste

Slide 18 - Quiz

Water moleculen (blauw) bewegen naar links door:
A
diffusie, actief transport
B
diffusie, passief transport
C
osmose, actief transport
D
osmose, passief transport

Slide 19 - Quiz

Als transport door het celmembraan energie kost, dan heet dit
A
Passief transport
B
Agressief transport
C
Actief transport
D
Diffusie

Slide 20 - Quiz

Verplaatsing van zoutmoleculen van een hoge concentratie naar een lage concentratie is een vorm van
A
Osmose
B
Diffusie
C
Actief transport
D
Fagocytose

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Zet de onderdelen van een verslag in de juiste volgorde
Methode
Resultaten
Conclusie
Onderzoeksvraag
Materiaal
Hypothese

Slide 27 - Drag question

Slide 28 - Slide

Welk cijfer zou je halen als op dit moment de toets wordt afgenomen?
010

Slide 29 - Poll

Met welk cijfer zou je tevreden zijn?
010

Slide 30 - Poll

In welke volgorde vindt de celdeling plaats?
1 moedercel
Kerndeling
Celdeling

2 kleine dochtercellen
Plasmagroei
2 grote dochtercellen

Slide 31 - Drag question

In welke fase van de celcyclus vindt de DNA-replicatie plaats?
A
G1-fase
B
S-fase
C
G2-fase
D
M-fase

Slide 32 - Quiz


Wat gebeurt er in de G1/G2 fasen?
A
Celdeling
B
Celgroei
C
DNA-replicatie
D
Rust

Slide 33 - Quiz

Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 34 - Drag question

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Voorbeeld haploΓ―de cel

Slide 37 - Mind map

Mitose
Meiose

Slide 38 - Drag question

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide


Welke proces vindt plaats bij P?
A
Bevruchting
B
Menstruatie
C
Ovulatie
D
Innesteling

Slide 41 - Quiz

menstruatie
ovulatie
progesteron
oestrogeen
gele lichaam
eierstok
follikel

Slide 42 - Drag question

Slide 43 - Slide

Welk hormoon wordt gemeten bij zwangerschap?
A
Oestrogeen
B
HCG
C
Progestoron
D
CJH

Slide 44 - Quiz

Onder invloed van welk hormoon blijft het gele lichaam intact?
A
LH
B
Progesteron
C
Oestrogeen
D
HCG

Slide 45 - Quiz

De bevruchte eicel is de eerste stamcel die een organisme heeft.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Hoeveel vertrouwen heb je erin dat je een voldoende gaat halen voor Biologie?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 49 - Poll

Welk cijfer zou je halen als op dit moment de toets wordt afgenomen?
110

Slide 50 - Poll

Met welk cijfer zou je tevreden zijn?
-110

Slide 51 - Poll