What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1HV 1.7 Grammatica zinsdelen - Zinsontleding uitleg
1.7 Grammatica Zinsdelen
Zinsdelen
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
1.7 Grammatica Zinsdelen
Zinsdelen
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Je kunt zinnen in zinsdelen verdelen.
Je kunt de persoonsvorm en het onderwerp herkennen.
Slide 2 - Slide
Wat is het eerste onderdeel dat je zoekt bij zinsontleding?
A
het onderwerp
B
het werkwoordelijk gezegde
C
de persoonsvorm
D
Ik heb geen idee
Slide 3 - Quiz
Hoe vind jij de
persoonsvorm?
Slide 4 - Mind map
Welke vraag stel je als je het onderwerp in de zin zoekt?
A
wie/wat + persoonsvorm?
B
wat is het onderwerp?
C
wie/wat + werkwoordelijk gezegde?
D
Een onderwerp? Huh?
Slide 5 - Quiz
Zinsdelen
Een zin is een verzameling woorden.
Deze bestaat uit minimaal twee basisdelen.
Slide 6 - Slide
Uit welke twee basisdelen bestaat een zin?
Slide 7 - Open question
Basisdelen van een zin
Persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar.
Beide staan in het enkelvoud of het meervoud.
Met de getalproef vind je de persoonsvorm én het onderwerp!
Slide 8 - Slide
Zinsdelen
Alles wat vóór de persoonsvorm staat, is één zinsdeel!
Alles wat vóór de persoonsvorm
kan
staan, is ook een zinsdeel.
De woorden van een zinsdeel, staan altijd bij elkaar (uitzondering is het werkwoordelijk gezegde).
Slide 9 - Slide
Een zinsdeel heeft een betekenis en laat je weten:
wie iets doet;
wat er gebeurt;
met wie of wat er iets gebeurt;
wanneer iets gebeurt;
waar iets gebeurt;
waarom iets gebeurt;
hoe iets gebeurt.
Slide 10 - Slide
Isa en Tom praten.
Breid de zin uit met één zinsdeel 'met wie'.
Slide 11 - Open question
Een zin
Isa en Tom | praten.
Isa en Tom | praten |
met de marktkoopman
.
Uitbreiden met één zinsdeel 'wanneer'.
Slide 12 - Slide
Een zin
Isa en Tom | praten.
Isa en Tom | praten | met de marktkoopman.
Isa en Tom | praten |
vandaag
| met de marktkoopman.
Uitbreiden met één zinsdeel 'waar'.
Slide 13 - Slide
Zinsdelen
Isa en Tom | praten | vandaag | met de marktkoopman |
op het marktplein.
Slide 14 - Slide
Zinsdelen
Isa en Tom | praten | vanmiddag | met de marktkoopman |
wie? hand. wanneer? met wie?
op het marktplein.
waar?
Elk zinsdeel heeft een eigen betekenis.
Slide 15 - Slide
Isa en Tom | praten | vanmiddag | met de marktkoopman |op het marktplein.
Kun je de volgorde veranderen van de zinsdelen?
A
Ja, dat kan
B
Nee, dat kan helemaal niet
Slide 16 - Quiz
Oefenen
Schrijf onderstaande zin in je schrift.
Verdeel deze zin in zinsdelen.
Maak drie zinnen met de zinsdelen in een andere volgorde.
Anniek en Jonas fietsen elke dag met hun zware tas naar huis.
Slide 17 - Slide
Huiswerk
Par. Grammatica
Lezen theorie op pag. 49
(Maken opdracht 4 en 5 online)
Maken opdracht 6 in je schrift (met potlood)
Slide 18 - Slide
More lessons like this
1HV Blok 2 Grammatica - Zinsontleding bouwplan
November 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1HV Blok 2 Grammatica - Zinsontleding bouwplan
December 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica 1 mavo/havo taalverzorging H7 zinsdelen en bouwplan les 4
March 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica 1 mavo/havo taalverzorging H7 zinsdelen en bouwplan les 4
March 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1HV 1.7 Grammatica zinsdelen - Opdracht 12
August 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Zinsontleding
May 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
1.7 ev zin/sameng zin/hz en bijzin
September 2021
- Lesson with
16 slides
1HV Blok 2 Grammatica
November 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1