1KGT H3 TV3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

1KGT H3 TV3

Herhaling zoekend lezen

PV tt

Vandaag...

Leg je agenda, etui, lesboek en leesboek klaar.

* 10 minuten lezen

* herhaling zoekend lezen (toets 27 januari)

* doel van de les

* H3 Taalverzorging - persoonsvorm tegenwoordige tijd

* oefening

* evaluatie

* huiswerk

Zoekend lezen in je lesboek!

Op welke bladzijde vind je de inhoud?

Op welke bladzijde begint H3 Spelling?

Op welke bladzijde vind je een gedicht over 'vlaggen'?

Op welke bladzijde vind je een bezorger van Zalando?

Op welke bladzijde vind je het leerstofoverzicht van H1?

Toets zoekend lezen

voorbeeldvragen

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Lesdoelen

• Ik ken de verschillende vormen van de pv in de tegenwoordige tijd

Welke werkwoorden zie je op de afbeelding?

Wat is de ik-vorm van dat werkwoord?

De persoonsvorm spellen in de

tegenwoordige tijd

Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat,

zijn er maar drie mogelijkheden

Tegenwoordige tijd

1. Ik-vorm (aangepaste stam)

2. Ik-vorm + t
3. Hele werkwoord

Bekijk de regels en leer goed wanneer je welke vorm gebruikt!

Vormen

1. Ik-vorm

Enkelvoud ik-vorm of jij erachter:

schrijf alleen de aangepaste stam

ik loop

ik fiets

ik praat

ik vind

loop jij

fiets jij

praat jij

vind jij

2. Ik-vorm + T

Enkelvoud andere vormen:

schrijf de ik-vorm + t

jij loopt

hij fietst

zij praat

Fred vindt

3. HELE WERKWOORD

Meervoud:

schrijf het hele werkwoord

wij lopen

zij fietsen

jullie praten

Fred en Laurien vinden

Samengevat

Ik ...... ...... je / jij	Ander hij / u / de buurman / Katrien	Meervoud wij / jullie / zij etc
Ik-vorm	ik-vorm + t	Hele werkwoord

(spelen t.t.) 1. Het jongetje ....... in de zandbak.

(zwemmen t.t.) 2. De kinderen ...... in het koude water.

(wandelen t.t.) 3. Je ..... daar niet graag, hé?

(nemen t.t.) 4. ...... je liever de andere weg?

(redden t.t.) 5. Mijn zus ......... het wel dit schooljaar.

(worden t.t.) 6. Jesse ..... bijna 10.

(gooien t.t.) 7. Ank en Anja .... de bal naar elkaar over.

(spelen t.t.) 8. Het elftal ........ vandaag thuis.

(schudden t.t.) 9. Hij ...... de oplossing zo uit zijn mouw.

(vinden t.t.) 10. .......... jij dat een leuke band?

Herhaling PV TT

1. Het feest ........... uitgesteld. (zijn)
2. Deze wedstrijd ............ mij ontzettend. (vervelen)
3. Mijn zusjes .............. niet meer in Sinterklaas. (geloven)
4. ................. hij dat wel leuk om te doen? (vinden)
5. Mila ............... te weinig tijd aan haar huiswerk. (besteden)

IkIk kan alle vormen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed schrijven.

Ik hIk kan de meeste vormen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed schrijven.

Ik heb nog vragen over het schrijven van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

Huiswerk voor donderdag 27 januari

Oefenen voor de toets van H3 zoekend lezen.