Reageert op onvoorziene crisissituaties

Examenbespreking
Reageert op onvoorziene crisissituatie
B1-K1-W5
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Examenbespreking
Reageert op onvoorziene crisissituatie
B1-K1-W5

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Begripsbepaling

  • Het examen

  • De criteria

Slide 2 - Slide

Begripsbepaling
  • Onvoorziene situatie

  • Crisissituatie

    Gedragsproblemen van
  • Psychosociale aard
  • Psychosomatische aard

Slide 3 - Slide

Onvoorzien
on·voor·zien (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)

  1.  Onverwacht
  2. Waar je geen rekening mee hebt gehouden

Slide 4 - Slide

Crisissituatie
cri·sis (de; v; meervoud: crisissen, crises)


  1. gevaarlijke toestand: een crisis doormaken 
  2. (economie) periode van slapte en werkloosheid: een crisis bezweren

Slide 5 - Slide

Psychosomatisch
Psychosomatische klachten zijn lichamelijke klachten die niet of onvoldoende verklaard kunnen worden door een lichamelijke aandoening, maar verergeren door of het gevolg zijn van een psychologisch probleem. 

Slide 6 - Slide

Psychosociaal
  • Psychische problemen hebben te maken met gevoelens en gedachten.
  • Sociale problemen hebben te maken met andere mensen of instanties.
  • Psychosociale problemen zijn een combinatie van deze twee.

Slide 7 - Slide

Begripsbepaling
  •  Problemen van somatische aard

  • Calamiteiten

  • Interventie

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Voorbeelden van crisis- of onvoorziene situaties?

Slide 11 - Open question

De opdracht
Casus Gezamenlijk doornemen

Slide 12 - Slide

Escaleren en De-escaleren
Kalmeren. 
Het werkt vaak kalmerend op je gesprekspartner als je de strijd negeert, contact maakt, actief luistert en respect toont door je gesprekspartner serieus te nemen. Vraag naar emoties én de feiten. Toon begrip en geef eventueel extra informatie. Probeer deze fase positief af te sluiten.

Slide 13 - Slide

Grens stellen
Vraag je gesprekspartner om ook naar jou te luisteren en te stoppen met zijn agressieve gedrag.

Slide 14 - Slide

Consequenties aangeven.
Blijft je gesprekspartner agressief gedrag vertonen, geef dan de consequenties aan: "Als u doorgaat met dit gedrag, moet ik het gesprek beëindigen." Geef eventueel aan welk gedrag je wel en niet accepteert, zodat je gesprekspartner een keuze heeft. Gebruik ik-boodschappen. Let op de reactie van je gesprekspartner. Als de spanning stijgt, veer dan mee, bijvoorbeeld door te zeggen: "Ik begrijp dat u het moeilijk vindt."

Slide 15 - Slide

Gesprek beëindigen
Als dit alles niet helpt, beëindig dan het gesprek, ga weg en/of sla alarm. Je bepaalt zelf wanneer je dat doet, maar hanteer persoonlijke bedreiging in elk geval als grens.

Slide 16 - Slide