This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Toets Erfelijkheid
Slide 1 - Slide
Wat is het genotype?
A
alle chromosomen van een organisme
B
de zichtbare uitdrukking van de erfelijke informatie van een organisme
C
de genetische code van een organisme
D
de erfelijke genetische code voor eigenschappen van organismen
Slide 2 - Quiz
Wat is het fenotype?
A
de zichtbare uitdrukking van de erfelijke informatie van organismen
B
de zichtbare uitdrukking van alle informatie van de genen
C
de zichtbare uitdrukking van de dominante erfelijke informatie van organismen
D
de zichtbare combinatie van erfelijke informatie en omgevingsfactoren
Slide 3 - Quiz
Hoeveel chromosomen zitten er in 1 eicel en hoeveel chromosomen zitten er in 1 spermacel?
A
46, 46
B
46,23
C
23,46
D
23,23
Slide 4 - Quiz
Hoeveel chromosomen bevinden zich in een levercel als deze zich net gedeeld heeft door mitose?
A
46
B
23
C
92
Slide 5 - Quiz
Kijk goed naar de afbeelding. De mammoet is uitgestorven. De gemeenschappelijke voorouder met de huidige Aziatische olifant is geweest...
A
Anancus
B
Primelephas
C
Afrikaanse olifant
D
Stegotetrabelodon
Slide 6 - Quiz
Kijk goed naar dit kruisingsschema. Wat is het genotype van de F1?
A
AA, Aa, aa
B
Aa, Aa
C
AA, aa
D
AA,AA
Slide 7 - Quiz
Kijk goed naar dit kruisingsschema. Wat is het genotype van de oudergeneratie (P)?
A
Aa, Aa
B
AA, Aa
C
AA, aa
D
AA,AA
Slide 8 - Quiz
Kijk nog eens goed naar de afbeelding. Uit welk dier is de Mammut geëvolueerd?
A
Paleomastodon
B
Platybelodon
C
Stegodon
D
Tetralophodon
Slide 9 - Quiz
Kijk goed naar de afbeelding. Dit is een ... van een ...
A
Kardiogram, man
B
chromosomenkaart, vrouw
C
kardiogram, vrouw
D
chromosomenkaart, man
Slide 10 - Quiz
Kijk naar de afbeelding. Hoe zijn de chromsomen aantallen verdeeld over de eicel, spermacel en de bevruchtte eicel?
A
eicel: 23, spermacel: 23, bevruchtte eicel: 23
B
eicel: 23, spermacel: 23, bevruchtte eicel: 46
C
eicel: 46, spermacel: 46, bevruchtte eicel: 46
D
eicel: 46, spermacel: 46, bevruchtte eicel: 92
Slide 11 - Quiz
Lees de informatie: Een vrouw is dominant heterozygoot voor de haarkleur zwart. Het gen voor haarkleur is Z. Haar genotype is ..
A
ZZ
B
zz
C
Zz
D
zZ
Slide 12 - Quiz
Lees de informatie: Een vrouw is dominant homozygoot voor de haarkleur zwart. Het gen voor haarkleur is Z. Haar genotype is ..
A
ZZ
B
zz
C
Zz
D
zZ
Slide 13 - Quiz
Het gen voor ogen is B/b. Bruine ogen is dominant, blauwe ogen recessief. Een man heeft het genotype BB. Dit betekent ...
A
De man is heterozygoot voor bruine ogen
B
De man is homozygoot voor bruine ogen
C
De man is heterozygoot voor blauwe ogen
D
De man is homozygoot voor blauwe ogen
Slide 14 - Quiz
Het gen voor ogen is B/b. Bruine ogen is dominant, blauwe ogen recessief. Een man heeft het genotype bb en krijgt nakomelingen met een vrouw met genotype BB. Zijn fenotype in de F1 zal zijn ..
A
50% blauwe ogen en 50 % bruine ogen
B
100% bruine ogen
C
100 % blauwe ogen
Slide 15 - Quiz
Bij de eigenschap oogkleur bij de mens heb je naast bruine en blauwe ogen ook groene ogen. Beide genen zijn dan in uitdrukkingskracht even sterk. De eigenschap is dan ..
A
dominant voor groen
B
recessief voor groen
C
intermediair
Slide 16 - Quiz
Maak het kruisingsschema van de kruising van cavia 11 en 12.
Slide 17 - Open question
Welke eigenschap is dominant, ziek of gezond? Aan welke kruising kun je dat zien?
Slide 18 - Open question
Vachtkleur: A = zwart; a = rood Vachttekening: B = effen; b = bont
Koe 1: is heterozygoot kleur ; homozygoot tekening Koe 2: Homozygoot kleur ; heterozygoot tekening Noteer het kruisingsschema