2BK Week 23 Lesson 1 (Unit 3.5 Speaking/ personal pronouns)

Week 23: lesson 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 23: lesson 1

Slide 1 - Slide

Homework

You needed to finish exercise E to I
(Boek: ex.51-57/p.134-138) of Unit 3 Lesson 4 Speakingtoday

Slide 2 - Slide


Last lesson

You can practice your speaking skills


This lesson

You can practice your speaking skills

Taaldoel: 

Wat betekent/is een"personal pronoun" ?

Lesson goals

Slide 3 - Slide

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt vragen over jezelf en anderen beantwoorden
2. Je kent de woorden van les 4 (Words Lesson 4)
3. Je kan Engelse woorden in het meervoud (plural) zetten.
4.  Je kent de persoonlijke voornaamwoorden (pronouns) in het Engels en kan deze gebruiken in correcte Engelse zinnen.

Slide 4 - Slide

Lesson plan

1.  Personal pronouns
2.  Unit 3 Lesson 4 Speaking 
3. Did we achieve our lesson goals?

Slide 5 - Slide

Personal pronouns
 Jim likes me
 Jim likes you
 Jim likes him
 Jim likes her
 Jim likes it
 Jim likes us
 Jim likes them

Slide 6 - Slide

Let's practice!

Slide 7 - Slide

Hoe noem je "personal pronouns" in het Nederlands?

Slide 8 - Open question

Have you seen.....?
A
he
B
she
C
I
D
him

Slide 9 - Quiz

We are the best. Nobody is better than...
A
we
B
them
C
us
D
me

Slide 10 - Quiz

Vertaal naar het Engels: "Hebben jullie hen gevraagd?"

Slide 11 - Open question

Vertaal naar het Engels: "Heb jij met haar gepraat?"

Slide 12 - Open question

Vertaal naar het Engels: "Niemand houdt van mij!"

Slide 13 - Open question

Was dit moeilijk?
Ga naar Checkbook 3.10 B Grammar 5&6
Boek: p.162





Slide 14 - Slide

Hoe weet je of je je lesdoel behaald hebt?

1. Je kunt vragen over jezelf en anderen beantwoorden
2. Je kent de woorden van les 4 (Words Lesson 4)
3. Je kan Engelse woorden in het meervoud (plural) zetten.
4. Je kent de persoonlijke voornaamwoorden (pronouns) in het Engels en kan deze gebruiken in correcte Engelse zinnen.

Slide 15 - Slide

Unit 3 Lesson 4 Speaking
Make exercise K to N
(Boek: ex.58-63/p.139-142)

You have 15 minutes & 
you work alone


timer
15:00
Finished early?
Study Checkbook 3.10 words (p.164)

Slide 16 - Slide

How did it go?
Any questions?

Slide 17 - Slide

Check your answers & correct! 
I will show the correct answers to you now.
Correct everything, so your score is 100% and there is no more RED left!

You have 5 minutes & 
you work alone


timer
5:00
Finished early?
Study Checkbook 3.10 words (p.164)

Slide 18 - Slide

Lesson goals:

You can practice your speaking skills

Taaldoel:


Wat betekent/is een"personal pronoun" ?





Homework :

- Finish exercise J to N
(Boek: ex.58-63/p.139-142)of Lesson 3.5 Speaking
- Leer Checkbook 3.10 (Words, Grammar, Phrases) >>> oefentoets volgende week!



Slide 19 - Slide

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt vragen over jezelf en anderen beantwoorden
2. Je kent de woorden van les 4 (Words Lesson 4)
3. Je kan Engelse woorden in het meervoud (plural) zetten.
4.  Je kent de persoonlijke voornaamwoorden (pronouns) in het Engels en kan deze gebruiken in correcte Engelse zinnen.

Slide 20 - Slide

Time left? Let's play Kahoot

 Enter the game PIN that I will show you now


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide