Spelling

Spelling
samenstellingen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Spelling
samenstellingen

Slide 1 - Slide

Oefening maken van 2 woorden samenstelling

voorbeeld:

pannen(koek)
pannen(set)

Slide 2 - Slide

De algemene regel voor het aaneenschrijven van woorden is: samengestelde woorden schrijf je zoveel mogelijk aan elkaar, zolang dat geen lees- of uitspraakproblemen met zich meebrengt.

Het is dus: kettingzaagolie, tandenborstelhouder, politieauto.
Wanneer samenstellingen wel tot (lees)problemen leiden, bijvoorbeeld bij twee botsende klinkers, plaatsen we een koppelteken: mee-eter, radio-omroep, contra-aanval

Slide 3 - Slide

2 woorden samenstelling

Slide 4 - Open question

2 woorden samenstelling

Slide 5 - Open question

2 woorden samenstelling

Slide 6 - Open question

2 woorden samenstelling

Slide 7 - Open question

2 woorden samenstelling

Slide 8 - Open question

Oefening maken van 3 woorden samenstelling

voorbeeld:

bruine(bonensoep)


Slide 9 - Slide

3 woorden samenstelling

Slide 10 - Open question

3 woorden samenstelling

Slide 11 - Open question

3 woorden samenstelling

Slide 12 - Open question

3 woorden samenstelling

Slide 13 - Open question

3 woorden samenstelling

Slide 14 - Open question