2B H5 les 6 oppervlakte driehoek op ruitjespapier

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom

Pak je spullen erbij:

- Boek

- Schrift

- Etui

Wat gaan we doen

- Terugblik Omtrek en oppervlakte  L-vormig figuur

- Oppervlakte van een driehoek op ruitjespapier

- Maken opdracht 22 t/m 26 (blz. 18 en 19) 

- Klaar? Laten zien aan docent

Pak je schrift erbij

Sla open bij opdracht 18 t/m 20

Opdracht 18d

Wat is de oppervlakte van het terras?

1. 12 m2
2. 22 m2
3. 100 m2
4. 112 m2

Opdracht 18e

Wat is de omtrek van het terras?

1. 22 m
2. 38 m
3. 44 m
4. 112 m

Opdracht 19a

Wat is de oppervlakte van het grasveld?

1. 63 m2
2. 57 m2
3. 21 m2
4. 6 m2

Opdracht 19b

Wat is de omtrek van het grasveld?

1. 64 m
2. 63 m
3. 32 m
4. 21 m

Opdracht 20a

Wat is de oppervlakte van het bouwterrein?

1. 360 m2
2. 3600 m2
3. 400 m2
4. 4000 m2

Opdracht 20b

Wat is de omtrek van het bouwterrein?

1. 150 m
2. 240 m
3. 300 m
4. 4000 m

Leerdoelen:

- Ik kan de oppervlakte van een driehoek berekenen die getekend is op ruitjespapier

Oppervlakte driehoek

Oppervlakte driehoek

Stap 1

Teken een rechthoek die precies om de driehoek heen past

Oppervlakte driehoek

Stap 2

Bereken de oppervlakte van de rechthoek

4 x 2 = 8 cm2

4

2

Oppervlakte driehoek

Stap 3

Deel het antwoord door 2

8 : 2 = 4 cm2

Oppervlakte driehoek

Stap 1   Teken een rechthoek die precies om de driehoek heen  

                past

Stap 2   Bereken de oppervlakte van de rechthoek

Stap 3   Deel het antwoord door 2

Oppervlakte driehoek

De oppervlakte van een 

driehoek is altijd de helft 

van een rechthoek

Oppervlakte driehoek

De oppervlakte van een driehoek is altijd de helft van een rechthoek

Wat is de oppervlakte van driehoek ABC?

1. 20cm​2​​
2. 18cm​2​​
3. 9cm​2​​
4. 10cm​2​​

Bereken de oppervlakte van de gele driehoek hiernaast

1. 14 cm2
2. 22,5 cm2
3. 26,5 cm2
4. 45 cm2

Wat is de oppervlakte van driehoek ABC?

1. 24cm​2​​
2. 4cm​2​​
3. 8cm​2​​
4. 12cm​2​​

Opdrachten maken

Wat?       Maak opdracht 22 t/m 26 (blz. 18 en 19)

Hoe?       Individueel 

Tijd?        Tot het einde van de les

Hulp?      Klasgenoot of docent

Klaar?     Kijk de opdrachten na.
                  Laat het daarna zien aan de docent.