Les 13 - Essay

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doelen
  • Je kunt de historische context van de jaren 50 en 60 in grote lijnen beschrijven.
  • Je kunt de literaire ontwikkelingen in de jaren 50 en 60 beschrijven. 
  • Én je kunt deze verbinden aan het boek Bezonken rood
  • Je kunt de criteria van een goed essay benoemen.
  • Je kunt de inhoud van je essay genereren en structureren.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Vormeisen verslag
  • Apa-bronvermelding
  • Verder werken aan Essay

Slide 3 - Slide

Module 7
13 november

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bronvermelding
  • Bij recensies en achtergrondinformatie.
  • Bij citaten uit het boek.
  • Bij overige bronnen.
  • Gebruik de richtlijnen uit de handreiking.

-> Bronnenlijst aan het eind van het dossier

Slide 6 - Slide

Voorkant
  • Titel + schrijver
  • Afbeelding boek
  • Uitgeverij, plaats, jaartal
  • Druk, jaartal
  • Soort boek, aantal blz.
  • Eigen voor- en achternaam
  • Klas
  • Docent
  • Inleverdatum

Slide 7 - Slide

Het schrijfproces

Slide 8 - Slide

Essay bij Bezonken rood
Je schrijft een essay waarin duidelijk te lezen valt hoe je het werk ervaren/beleefd hebt. In minimaal anderhalf en maximaal twee kantjes schrijf jij je essay waarin de lezer een impressie krijgt van het werk, de tijd waarin het geschreven is en bovenal jouw persoonlijke leeservaring.
(...)
In je essay kun de volgende items bespreken: de liefde/haat die de hoofdpersoon voor zijn moeder voelt, de schuld/onschuld van de hoofdpersoon, het omgaan met jezelf als je verscheurd bent door haat, zelfhaat en wroeging, de verwerking van het trauma van de hoofdpersoon, de autobiografische elementen (en de relatie tussen fictie en werkelijkheid) in het werk.

Slide 9 - Slide

Fase 1 - genereren en stuctureren
  •  Het fundament van je tekst wordt gelegd.
  • Je bedenkt wát je gaat schrijven: de inhoud.
  • De beste resultaten worden geboekt door schrijvers die ook nadenken over de volgorde waarin ze de informatie gaan presenteren!!

Slide 10 - Slide

Fase 2 - produceren
  • De tekst wordt geschreven. 
  • Het lijkt verstandig om in deze fase nog niet te veel te verbeteren. Iets verbeteren aan de laatste, zojuist geschreven alinea kan wel, maar verander eerder geschreven delen pas in fase 3.
  • Begin met het middenstuk.

Slide 11 - Slide

Middenstuk
  • Werk de deelonderwerpen uit.
  • Elke alinea heeft een kernzin: meestal de eerste, minder vaak de tweede en soms de derde zin. De kernzin bevat de hoofdgedachte van de alinea. De andere zinnen zijn uitleg, voorbeelden of onderbouwing van de kernzin.
  • Maak de structuur van de tekst duidelijk door het gebruik van structurerende zinnen of tussenkopjes en geef tekstverbanden aan met signaalwoorden.

Slide 12 - Slide

Inleiding
  • Bestaat uit twee alinea's: in de eerste trek je de aandacht van de lezer, in de tweede introduceer je het onderwerp.
  • Een inleiding wordt aantrekkelijk door een sterke eerste zin.

Slide 13 - Slide

Aandacht trekken
  • Verwijs naar een actuele gebeurtenis;
  • Beschrijf kort de voorgeschiedenis;
  • Begin met een anekdote;
  • Wijs de lezer op het belang van jouw tekst.

Slide 14 - Slide

Sterke eerste zin
  • Gebruik een citaat uit het boek;
  • Stel een intrigerende vraag;
  • Geef een raadselachtige opsomming;
  • Begin met een paradox (schijnbare tegenstelling). 

Slide 15 - Slide

Onderwerp introduceren
  • Stel een vraag;
  • Schets een probleem.

-> Geef aan waar jij je over verwonderd of verbaasd hebt, welke vraag je hebt        naar aanleiding van het boek, ... 

Slide 16 - Slide

Slot
  • Bevat meestal de hoofdgedachte van de tekst (in één zin geformuleerd).
  • Bevat GEEN nieuwe informatie.
  • Bij essay ook: een afweging, een antwoord, een verwachting, ...

Tips:
  • Sluit aan bij de inleiding (cirkel rond).
  • Eindig met een mooie slotzin (uitsmijter).

Slide 17 - Slide

Nu: inleiding + slot 







Vrijdag 8 november: eerste versie af!

Slide 18 - Slide

Doelen
  • Je kunt de historische context van de jaren 50 en 60 in grote lijnen beschrijven.
  • Je kunt de literaire ontwikkelingen in de jaren 50 en 60 beschrijven. 
  • Én je kunt deze verbinden aan het boek Bezonken rood
  • Je kunt de criteria van een goed essay benoemen.
  • Je kunt de inhoud van je essay genereren en structureren.

Slide 19 - Slide