7/3 WS5 uitdrukkingen en spreekwoorden 1hv

Spreekwoorden en uitdrukkingen
Ws H5
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spreekwoorden en uitdrukkingen
Ws H5

Slide 1 - Slide

Lesplanning

  • korte activiteit
  • Wat weet je al/wat weet je nog?
  • Instructie
  • Werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide



Slide 3 - Slide

Lesdoel

Aan het einde van deze les heb je geoefend met

  • uitdrukkingen
  •  spreekwoorden











Slide 4 - Slide

Spelen met woorden: rebus
Geef iedereen de kans om de rebus op te lossen: roep je geen antwoorden door de klas, maar doe je het in je hoofd.
  • Bekijk eerst de rebus goed en probeer hem in je hoofd op te lossen (schrijf je antwoord eventueel even in je schrift op)
  • Schrijf je antwoord in de volgende sheet.
  • Denk aan hoofdletters en leestekens.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

antwoord

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

antwoord

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

antwoord

Slide 11 - Open question

Schrijf drie dingen op die je
van de vorige les onthouden hebt.

Slide 12 - Mind map

Wat is een spreekwoord?

Slide 13 - Mind map

Wat is een uitdrukking?

Slide 14 - Mind map

Spreekwoorden en uitdrukkingen
  • Hebben vaak figuurlijk taalgebruik in zich, je neemt ze vaak niet letterlijk.
  • Er wordt vaak een vergelijking gemaakt met iets uit de werkelijkheid.

Slide 15 - Slide

Alvast aan het werk? 
  • je begrijpt de lesstof/theorie voldoende (je kunt het groene theorieblok uit je boek gebruiken als ondersteuning) 
  • je mag geen vragen stellen 
  • je werkt in stilte en je mag niet praten of overleggen 
  • je bent echt aan het werk!
Klaar = in stilte lezen uit je leesboek of werken aan een ander vak (niet op de laptop!)

Blz. 146/147, woordenschat, opdracht 4, 5 en 6
+ nakijken en verbeteren met een andere kleur!




Wat niet af is = huiswerk donderdag!

Wat niet af is  = huiswerk!

Slide 16 - Slide

Uitdrukking - figuurlijk taalgebruik
  • Een uitdrukking is een woordcombinatie met een vaste betekenis. Je kunt de uitdrukking een beetje aanpassen.
  • Het is een combinatie van woorden die samen een eigen (figuurlijke) betekenis hebben

`'Je laatste adem uitblazen' is een uitdrukking die in veel talen wordt gebruikt in de betekenis van 'sterven'. --> Mijn opa heeft zijn laatste adem uitgeblazen. --> Mijn opa is gestorven.

Tranen met tuiten --> Kees huilt tranen met tuiten. --> Kees huilt overdreven/Kees stelt zich aan


Slide 17 - Slide

 Uitdrukkingen - Figuurlijk en letterlijk taalgebruik
Ik raak nu de kluts kwijt.
Figuurlijke betekenis
(Werkwoordelijke uitdrukking)

Janine koos het hazepad.
Figuurlijke betekenis
(Werkwoordelijke uitdrukking)



Jesse raakt zijn sleutels kwijt.
Letterlijke betekenis
(geen werkwoordelijke uitdrukking)

Youssef koos een raketijsje.
Letterlijke betekenis
(geen werkwoordelijke uitdrukking)




Slide 18 - Slide

Spreekwoord - figuurlijk taalgebruik
Een spreekwoord is korte en krachtige vaste uitdrukking met een algemene waarheid , boodschap of wijsheid --> de woorden hebben een vaste volgorde.

' De laatste loodjes wegen het zwaarst' 
--> Het betekent dat het laatste gedeelte van iets het moeilijkst is en heeft niks met loodjes te maken, dus spreekwoord.

Tim lijkt op zijn vader. De appel valt niet ver van de boom.
'De appel valt niet ver van de boom.'
--> Tim valt niet ver van de boom-> kan niet, dus spreekwoord

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Spreekwoord of uitdrukking?

Daar komt de aap uit de mouw.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 21 - Quiz

Spreekwoord of uitdrukking?

Het zijn vogels van enerlei veren.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 22 - Quiz

Spreekwoord of uitdrukking?
Opstaan voor dag en dauw.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 23 - Quiz

Spreekwoord of uitdrukking?

Als hadden geweest is, is hebben te laat.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 24 - Quiz

Spreekwoord of uitdrukking?

Lachen als een boer met kiespijn

A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 25 - Quiz

Spreekwoord of uitdrukking?

Gauw aangebrand zijn.
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 26 - Quiz

Werk voor deze les en de volgende les:

Blz. 146/147, woordenschat, opdracht 4, 5 en 6
+ nakijken en verbeteren met een andere kleur!

Klaar = lezen of werken aan een ander vak (niet op de laptop!)

Wat niet af is = huiswerk donderdag!
timer
10:00

Slide 27 - Slide

Lesdoel

Aan het einde van deze les heb je geoefend met

  • uitdrukkingen
  • spreekwoorden











Slide 28 - Slide

Ik kan uitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 30 - Open question

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 31 - Open question