HIER GEBLEVEN MET AANPASSEN Les 8 - H2 - Spelling -d en -t
H2 - Spelling
Je leert woorden die op een -d of een -t eindigen goed spellen. Je leert de ik-vorm van werkwoorden in de tt goed spellen. Je leert woorden met ei en ij goed spellen.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1
This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
H2 - Spelling
Je leert woorden die op een -d of een -t eindigen goed spellen. Je leert de ik-vorm van werkwoorden in de tt goed spellen. Je leert woorden met ei en ij goed spellen.
Slide 1 - Slide
Planning van de les:
- Startopdracht
- Instructie
- Opdracht 1 samen maken
- Uitleg 2,4 en 6 (maken tijdens flexles)
- Terugblik
Slide 2 - Slide
Startopdracht
Verdeel de woorden in groepjes. Er zijn verschillende mogelijkheden. Zorg dat je kan uitleggen waarom je ze op die manier verdeeld hebt.
Ze staan op blz. 58 bovenaan :)
Slide 3 - Slide
-d of -t?
Als het woord géén persoonsvorm is gebruik je de verlengproef.
Maak het woord langer door er -e, -en of -ig achter te zetten.
-t -d
zwarte - zwart gevraagde - gevraagd
olifanten - olifant verbanden - verband
krachtig - kracht aardig - aard
Slide 4 - Slide
Schema blz. 236
Slide 5 - Slide
hele werkwoord
denken
slapen
lopen
rennen
schudden
reizen
proeven
ik-vorm
denk
slaap
loop
ren
schud
reis
proef
Slide 6 - Slide
eindigen op een -t
aanrecht
achterkant
eindigen op een -d
Slide 7 - Slide
eindigen op een -t
aanrecht
achterkant
atleet
boekenkast
blokfluit
favoriet
kraslot
incident
straat
spelfout
eindigen op een -d
avond
avondrood
brandwond
geluid
krentenbrood
luipaard
opstand
reuzenrad
spekglad
uitstekend
Slide 8 - Slide
tijdens de flexles
Opdracht 2,4 en 6 maken
Blz. 59
Slide 9 - Slide
Hoe kom je erachter of je een woord met een -d of -t eindigt?