1M/H hoofdstuk 2 herhaling A t/m D

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

le programme de mardi

• révision (= herhaling)A, B, C et D
• Quizlet 
• chanson?

lesdoelen:

• ik ken woorden die te maken hebben met iets kopen
• ik ken de stappen die ik moet nemen om een regelmatig werkwoord te vervoegen
• Ik heb een goed overzicht van de leerstof: ik weet aan het einde van de les wat ik extra moet oefenen/herhalen.

eten/drinken
in het Frans

Welk woord gebruik je niet in een restaurant?

1. tu peux
2. la carte
3. l'addition
4. je voudrais

Welke zin is negatief?

1. J'adore le pizza.
2. Elle préfère le poulet.
3. Le dessert est bon.
4. Ils détestent les frites.

Wat is het juiste meervoud
van "la table" ?

1. la table's
2. les table's
3. las tables
4. les tables

Welk werkwoord is onregelmatig?

1. avoir
2. arriver
3. téléphoner
4. manger

Welk onderwerp is géén enkelvoud?

1. tu
2. il
3. nous
4. je

Wat is géén betekenis van "vous" ?

1. jullie
2. men
3. u

vormen van avoir
(onderwerp+pers.vorm)

Hoe maak je de stam van een
regelmatig werkwoord?

1. hele werkwoord
2. hele werkwoord - R
3. hele werkwoord - ER

Welke uitgang kan niet achter een regelmatig werkwoord op -ER?

1. +E
2. +ES
3. +ONT
4. +EZ

Welke uitgang hoort er bij "tu" ?

1. + ENT
2. +ONS
3. +E
4. +ES

Welke uitgang hoort er bij "les parents" ?

1. + ENT
2. +ONS
3. +E
4. +ES

Hoe zeg je "alstublieft" als je iets GEEFT ?

1. voilà
2. s'il vous plaît

Vertaal in het Frans:
Ik ben dol op vis.

Vertaal in het Frans:
Houd je van kip?

Schrijf een Franse zin op die je in een restaurant zou kunnen zeggen.

huiswerk

Herhaal Bron A t/m D

Herhaal het werkwoord avoir uit hoofdstuk 1