1VWO Révision CH 2

Welk woord gebruik je niet in een restaurant?
A
tu peux
B
la carte
C
l'addition
D
je voudrais
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welk woord gebruik je niet in een restaurant?
A
tu peux
B
la carte
C
l'addition
D
je voudrais

Slide 1 - Quiz

Maak ontkennend:
elle regarde la télé

Slide 2 - Open question

Welke zin is correct ?
A
Le dessert est ne bon pas
B
Le dessert n'est bon pas
C
Le dessert n'est pas bon.
D
Le dessert pas ne bon est.

Slide 3 - Quiz

Welk werkwoord is onregelmatig?
A
avoir
B
arriver
C
téléphoner
D
manger

Slide 4 - Quiz

Welk onderwerp is géén enkelvoud?
A
tu
B
il
C
nous
D
je

Slide 5 - Quiz

Wat is géén betekenis van "vous" ?
A
jullie
B
men
C
u
D
wij

Slide 6 - Quiz

Hoe maak je de stam van een
regelmatig werkwoord?
A
hele werkwoord
B
hele werkwoord min de R
C
hele werkwoord min ER
D
echt geen idee!?!

Slide 7 - Quiz

Welke uitgang kan niet achter een regelmatig werkwoord op -ER?
A
+E
B
+ES
C
+ONT
D
+EZ

Slide 8 - Quiz

Welke uitgang hoort er bij "tu" ?
A
+ ENT
B
+ONS
C
+E
D
+ES

Slide 9 - Quiz

Vertaal in het Frans:
het ijsje

Slide 10 - Open question

Vertaal in het Frans:
de vis.

Slide 11 - Open question

Welke uitgang hoort er bij "les parents" ?
A
+ ENT
B
+ONS
C
+E
D
+ES

Slide 12 - Quiz

Welke uitgang hoort er bij "
Madame van der Heide et madame Hesseling" ?
A
+ ENT
B
+ONS
C
+E
D
+ES

Slide 13 - Quiz

Wat is 40 en wat is 60?
A
quatorze / soixante
B
quarante /seize
C
quarante / soixante
D
uhhh???

Slide 14 - Quiz

Wat is 50 en wat is 80?
A
cinq / huittante
B
cinquante /quatre-quarante
C
cinquante /quatre-vingts
D
cinq/huit

Slide 15 - Quiz

Wat is 30 en wat is 70?
A
treize / septante
B
trente / soixante-dix
C
trois / soixante-dix
D
ik moet nu echt beginnen met leren...

Slide 16 - Quiz

Wat is 99?
A
quatre-vingt-dix-neuf
B
quatre-quarante -neuf
C
quatre-vingts-dix-neuf
D
neuf-neuf

Slide 17 - Quiz

Schrijf een Franse zin op die je in een restaurant zou kunnen zeggen.

Slide 18 - Open question

Hoe zeg je "alstublieft" als je iets GEEFT ?
A
voilà
B
s'il vous plaît
C
c'est
D
s'il te plaît

Slide 19 - Quiz

vertaal: de kleding

Slide 20 - Open question

vertaal: ik begrijp het

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

Et maintenant.. au travail!
maak de oefentoets van chapitre 2

Slide 23 - Slide